Desiderius Erasmus

Desiderius Erasmus van Rotterdam is bekend geworden als een groot geleerde en humanist.

Al tijdens zijn opleiding verdiept hij zich in klassieke teksten. Later zal hij beroemd worden door zijn vertaling uit het Grieks van het Nieuwe Testament, maar vooral door zijn satirische Lof der zotheid, waarin hij de mens een spiegel voorhoudt. Erasmus staat zeer kritisch tegenover de katholieke kerk en de vele mistoestanden, maar sluit zich niet aan bij kerkhervormer Luther. Ondanks zijn vrij zwakke gestel lijdt hij jarenlang een reizend bestaan. Hij sterft in 1536 in het Zwitserse Basel.

 

Opvoeding

Erasmus is in Rotterdam geboren, vermoedelijk in 1469, al worden 1466 en 1467 ook als geboortejaar genoemd. Hij is het tweede onwettige kind van een priester uit Gouda en een chirurgendochter uit Zevenbergen; zijn jeugdjaren zijn door Erasmus altijd gemystificeerd. In 1484 overlijden kort na elkaar zijn ouders aan de gevolgen van de pest.

Erasmus bezoekt de parochieschool in Gouda en gaat daarna in Deventer aan de Latijnse school studeren. Zeven jaar brengt hij tegen zijn zin door in het klooster Steyn bij Gouda. Erasmus leest daar het werk van talrijke klassieke auteurs en de Italiaanse humanisten. Hij schrijft er zijn eerste tekst De contemptu mundi (Over de verachting van de wereld). Hij heeft een studieuze geest, het kloosterleven met zijn strakke regels benauwt hem. Na zijn priesterwijding in Utrecht in 1492 gaat hij in Parijs theologie studeren. Hij heeft weinig op met de scholastische professoren die daar studeren. In Londen leert hij de auteur van Utopia Thomas More en andere humanistische geleerden kennen. In 1500 schrijft hij, teruggekeerd in Parijs, zijn Adagia, spreekwoorden. Het wordt mede dankzij de nog jonge drukpers een groot succes.

 

Reizend leven

Erasmus had weinig op met de Hollandse aard: hij vond de Hollanders lui, vraat- en drankzuchtig. Na 1501 is hij niet meer in Nederland geweest. Hij trekt als geleerde langs diverse steden in Engeland, Frankrijk en Duitsland, levend van zijn publicaties en van de giften van weldoeners. In 1521 vestigt hij zich in Basel, de stad waar hij met een korte onderbreking in Freiburg, in 1536 sterft in het woonhuis van zijn drukker en beschermheer Froben.

 

Werk

In 1523 maakt Erasmus zelf een indeling van zijn werk. Hij onderscheidt geschriften over culturele vorming: gesprekken, spreekwoorden en correspondentie, werken over ethische vorming waaronder Lof der zotheid en over godsdienstige vorming, het handboek voor een christen: Enchiridion. Lof der zotheid is opgedragen aan Thomas More. Volgens Erasmus moeten schrijvers vrij en ongestraft de maatschappij kunnen bekritiseren. Dat doet hij dan ook in tal van spitsvondige en bijtende hoofdstukken waarin hij vooral de kerk als instituut, theologen en andere wetenschappers en vooral de clerus op de hak neemt. Erasmus legt zijn visie in de mond van de Zotheid (Stultitia), die allerlei dwaasheden aan de kaak stelt. Hij legt de misbruiken in de katholieke kerk genadeloos bloot, maar is als relativerende humanist minder streng in de leer dan een hervormer als Luther, die vindt dat het leven volledig in het teken van het geloof moet staan. Erasmus bepleit tolerantie, maar ook een nauwgezette studie van de bijbel. Zelf was hij ontevreden over de Latijnse Vulgaatvertaling van die Bijbel. Hij keert terug tot de bronnen: zes Griekse handschriften en vertaalt deze handschriften in het Latijn. Zijn nieuwe vertaling wordt door Luther en de zijnen gretig gebruikt; dat komt Erasmus te staan op verwijten van de katholieke kerk. Ten onrechte, meent Erasmus, hij is tegen versplintering, maar voor zuiverheid in de leer en gedrag. Naastenliefde is voor hem de kern van het geloof. Overigens strekt die zich voor Erasmus niet uit tot de joodse gemeenschap. Als zovele anderen in zijn tijd zijn er ook van Erasmus duidelijk anti-semitische uitlatingen bekend. 

Roem

Het werk van Erasmus heeft de tand des tijds goed doorstaan, het wordt nationaal en internationaal bestudeerd en de persoon van Erasmus spreekt door zijn niet-aflatende pleidooien voor redelijkheid en verdraagzaamheid nog altijd tot de verbeelding. Er wordt wel beweerd dat hij een profeet was die niet in eigen land werd geëerd, maar al was dat tijdens zijn leven misschien het geval, later is dat ruimschoots goedgemaakt. Annie en Jan Romein halen in hun portret van Erasmus, opgenomen in hun Erflaters van onze beschaving Stefan Zweig aan die Erasmus zo typeert: ‘sesshaft in keinem Lande und heimisch in alle.’

 

Vernoemingen

Het werk van Erasmus is nog altijd actueel en veelgelezen en verschijnt in tal van nieuwe Nederlandse edities en vertalingen over de hele wereld. In 2007 stond de Boekenweek in het teken van Lof der zotheid – scherts, satire en ironie, dat thema zorgde voor een veelzijdige, hernieuwde aandacht voor de figuur van Erasmus en zijn werk. In Nederland en ver daarbuiten (New York, Leuven) staan standbeelden van Erasmus, het beroemdste is een bronzen beeld, ontworpen in de zeventiende eeuw door Hendrick de Keyser. Het staat nu voor de Laurenskerk in Rotterdam. Erasmus is naamgever van talrijke scholen, stichtingen, huizen, programma’s en zo meer. Enkele bekende voorbeelden: de Erasmusbrug in Rotterdam, de eveneens Rotterdamse Erasmusuniversiteit, het universitaire Erasmusprogranma van de EU

en de Erasmusprijs, die jarenlang door Prins Bernhard is uitgereikt en nu door Koning Willem-Alexander aan de laureaten wordt overhandigd.

 

De Gemeentebibliotheek van Rotterdam bezit een van de grootste Erasmuscollecties ter wereld, bestaande uit onder andere negentig eerste drukken, correspondenties en bijzondere edities. Op de website Schatkamers van de Gemeentebibliotheek zijn veel portretten van Erasmus te zien, evenals afbeeldingen uit zijn boeken. Bovendien is een aantal boeken van Erasmus helemaal gedigitaliseerd.

 

Links

www.dbnl.org

www.erasmus.org

www.huisvanerasmus.nl