Hubert Korneliszoon Poot

Poot is afkomstig uit een boerenfamilie en is zelf ook werkzaam als boer, totdat hij furore maakt met een dichtbundel. Hij wordt sterk beïnvloed door voorbeelden uit de Oudheid en dichters als Vondel en Hooft. Na een korte periode in Delft keert hij terug naar zijn geboortedorp. Aan het eind van zijn leven huwt Poot Neeltje ’t Hart, de vrouw die hij al tien jaar bemint. Hij wordt beschouwd als een voorloper van de Romantiek.

 

Boer

Hubert Korneliszoon Poot stamt uit een welgestelde boerenfamilie in Abtswoude. Zijn ouders zijn zich bewust van zijn talent voor muziek, tekenen en literatuur. Een tijdlang heeft hij contact met de rederijkerskamer van Schipluiden , maar hij voegt zich toch in de familietraditie en gaat het land beploegen en het vee verzorgen. In zijn vrije tijd bestudeert hij de klassieke poëzie en raakt onder de indruk van Horatius, Ovidius en Vergilius en de dichters uit de Gouden Eeuw zoals Vondel en Hooft. De stijl van zijn tijd, classiscistisch-mythologisch wordt ook door hem nagevolgd.

 

Mengeldichten

In 1716 verschijnt Poots eerste bundel, Mengeldichten. De verzameling bevat materiaal uit de bijbel, gelegenheidsgedichten (die hij blijft schrijven) en een klassiek geworden vers als ‘De Maen bij Endymion’. Poot wordt bekend en literatoren uit zijn tijd komen hem bezoeken op de boerderij. Hij krijgt ook contacten met drukkers, er verschijnen herdrukken van zijn oudste werk, aangevuld met nieuwe verzen.

 

Delft

In 1723 verlaat Poot de boerderij en vestigt zich in Delft om daar van de pen te gaan leven, iets wat bijna niet mogelijk is in die dagen. Hij komt in verkeerde kringen terecht, raakt stevig aan de drank en keert, zwaar depressief, terug naar Abtswoude. Deze crisistijd heeft zijn verdere carrière sterk bepaald. Burgemeestersdochter Neeltje ’t Hart die Poot in Delft heeft leren kennen mag van haar vader niet met de drankzuchtige dichter huwen. Poot krijgt last van nierstenen, overweegt een overgang naar de rooms-katholieke kerk en legt zich uiteindelijk toe op het bewerken van oude Egyptische, Griekse – en Romeinse Zinnebeelden, die in 1728 in een tweede deel Gedichten verschijnen.

Laatste periode

Na lang aarzelen stemt Neeltje ’t Hart toch toe in een huwelijk. Ze vestigen zich in Delft en beginnen daar een tabakswinkel. Zijn huwelijksgedichten zijn zeer geslaagd. Het echtpaar krijgt een dochter, die kort na haar geboorte sterft. Poots ‘Op de doot van mijn dochtertje’ is één van zijn bekendste gedichten. Zelf is hij dan al ziek. Hij sterft, 44 jaar oud en wordt begraven in de Oude Kerk in Delft. Zijn vrouw overleeft hem veertig jaar en hertrouwt in 1739. In zijn laatste jaren schrijft Hubert Korneliszoon Poot weinig origineel werk. Naast zijn winkel houdt hij zich voornamelijk bezig met het bewerken van de Zinnebeelden van Cesare Ripa. Op het werk van Poot is heel uiteenlopend gereageerd. Veelal wordt hij gezien als een overgangsfiguur naar de Nieuwe Tijd. Zijn poëzie vertoont al veel kenmerken van de Romantiek.

 

Het Literatuurmuseum collectioneert brieven, foto’s, documenten, manuscripten, typoscripten en parafernalia van auteurs van na 1750 en bezit derhalve geen documenten van H.K. Poot. De Historische Vereniging Schipluiden schenkt door lezingen en kleine tentoonstellingen regelmatig aandacht aan het werk van hun streekgenoot.

 

Links

www.dbnl.org