De mysticus Thomas á Kempis wordt als Thomas Hammercken in 1380 in de buurt van Krefeld geboren. Hij volgt de Latijnse School in Deventer en vanaf zijn negentiende wordt hij kanunnik in de priorij van Sint-Agnietenberg in Zwolle. Zijn lange leven brengt hij biddend, mediterend en copiërend door in dat klooster, waar ook zijn beroemde Over de navolging van Christus (De imitationeChristi) ontstaat. Dit werk, vier traktaten over de weg tot God, wordt vele malen herdrukt en is met de bijbel het meest verspreide laat middeleeuwse boek.
Moderne devotie
Aan het eind van de veertiende eeuw komt binnen de katholieke kerk de moderne devotie op, een beweging die zich verzet tegen mistoestanden binnen de clerus en in de leiding van de kerk. Men richt zich op een geestelijk reveil vooral vanuit de woongemeenschappen van de broeders en zusters des ‘Gemeenen Levens’. Deze niet gewijde geestelijken geven onderwijs en zetten zich in voor een verbetering van de leefomstandigheden. De grondlegger Geert Grote benadrukt een direct contact met God door gebed, meditatie en oefeningen. Thomas á Kempis heeft deze houding een levenlang gepraktiseerd.
Regelmaat
Het leven van Thomas á Kempis wordt gekenmerkt door regelmaat: bidden, copiëren, les geven en de mis lezen. Hij vervult enige tijd een leidende rol binnen de monnikengemeenschap, maar al snel blijkt dat hij zich liever wijdt aan de studie dan aan praktische zaken.
Werk
Thomas á Kempis heeft tijdens zijn leven zeker vier keer de bijbel gecopieerd. Hij schrijft sermoenen, brieven, hymen en heiligenlevens. Zijn beroemdste werk is De navolging vanChristus, waarvan het eerste traktaat in 1424 ontstaat. De in heldere en bevattelijke taal geschreven tekst bepleit eenvoud, het afzien van elke vorm van luxe en het direct zoeken van de weg naar God. De navolging wordt immens populair. Nadat het in Augsburg in 1471 – 1472 voor het eerst verschijnt, moet het nadien vaak herdrukt worden. Ook nu nog verschijnen er in diverse talen edities van De imitatione Christi.