Karel van het Reve

Karel van het Reve is één van de belangrijkste essayisten uit het Nederlandse taalgebied. Hij wordt tot op de dag van vandaag vaak geciteerd. Vanwege zijn grote invloed als essayist krijgt hij in 1981 de P.C. Hooftprijs. Om dezelfde reden, maar ook vanwege zijn veelgeroemde nuchtere stijl is hij opgenomen in het Pantheon van het Literatuurmuseum.

 

Gezin

Karel van het Reve wordt in 1921 geboren in Amsterdam. Zijn vader is de auteur Gerard Reve senior, ook bekend als ‘Gerard Vanter’. In 1923 wordt Karels broer Gerard geboren. Gerard vereeuwigt Karel als ‘Joop’ in zijn beroemde roman De avonden uit 1948. De relatie tussen beide schrijvende broers is niet altijd even gemakkelijk geweest. De broers Van het Reve kijken later ook op een heel uiteenlopende manier terug op hun jeugd en ouders. Karel en Gerard van het Reve ontpoppen zich allebei als felle anti-communisten. Het gezin waarin de broers opgroeien staat volledig in het teken van het communisme en de CPN. Karel van het Reve wordt zich rond 1948 bewust van het totalitaire karakter van het communisme en blijft tot aan de val van de muur een actief tegenstander van het Sovjetsysteem. Karel van het Reve levert een uitgebreide kritiek op het marxisme in Het geloof der kameraden (1969).

 

Gymnasium

Karel van het Reve bezoekt het Vossiusgymnasium in Amsterdam. Hij krijgt er geschiedenisles van Jacques Presser. Op het Vossius ontmoet hij ook Jozina (Josien) Israël met wie hij in 1945 trouwt. Zij krijgen twee kinderen: Jozina en David. Karel en Josien studeren in Amsterdam Russisch bij professor Bruno Becker, een uitgeweken Rus. Tijdens de oorlog volgen ze zijn illegale colleges. In 1954 promoveert Karel van het Reve bij Becker. In 1957 wordt hij zelf hoogleraar Slavische letterkunde in Leiden. Als hoogleraar wijdt Van het Reve zich vooral aan het vertaalwerk van grote Russen als Toergenjev en Poesjkin. Hij heeft in Leiden veel vertalers Russisch opgeleid. Zij hebben vooral van hem geleerd dat je ‘moet vertalen wat er staat’. Karel van het Reve heeft het nooit zo op het zogenaamde ‘creatieve vertalen’ gehad. Als literatuurhistoricus laat hij aan het einde van zijn carrière van zich spreken met zijn Geschiedenis van de Russische literatuur, deels gebaseerd op de colleges die hij jarenlang had gegeven. De meeste invloed heeft Karel van het Reve buiten de universiteit. Hoewel hij wel twee romans publiceert (Twee minuten stilte en Nacht op de kale berg), wordt de hoofdmoot van zijn werk ingenomen door beschouwingen, essays en columns. 

Stijl

Karel van het Reves stukken kenmerken zich door een combinatie van gezond verstand, nuchterheid en een zeer heldere stijl en toon. Die combinatie levert hem veel fans op.

In Uren met Henk Broekhuis onderzoekt en weerlegt hij op deze manier allerlei clichés en ingesleten denkbeelden, zoals ‘we leven in haastige tijden’ of ‘schrijvers verrijken de taal’.

Sommige artikelen van Karel van het Reve leiden tot grote ophef.  Na verschijning van zijn opstel ‘De ongelofelijke slechtheid van het opperwezen’ (1985) steekt een storm van protest op. Van het Reve beoordeelt in dit artikel het gedrag van God en Jezus zoals je het gedrag van een willekeurig ander mens zou beoordelen. Dat leidt  tot de conclusie: ‘Onder de mensen vindt de God van joden en christenen alleen zijn evenknie in figuren van het soort Idi Amin’. Ook zijn Huizinga-lezing over de literatuurwetenschap uit 1978, ‘Het raadsel der onleesbaarheid’, zorgt veel rumoer. In de jaren 1967 en 1968 is Karel van het Reve correspondent voor Het Parool in Moskou.  Hij komt er in contact met Russische dissidenten als Andrej Amalrik en smokkelt voor hen documenten naar het westen. Dankzij Van het Reve wordt een tekst van de toen nog onbekende dissident Andrej Sacharov gepubliceerd in The New York Times. Karel van het Reve overlijdt op 4 maart 1999 in Amsterdam aan de gevolgen van de ziekte van Parkinson. Karel van het Reve vertaalt het werk en bezorgt uitgaven van onder anderen Gogol, Paustovskij, Poesjkin, Toergenjev, Tolstoj en Tsjechov. Bovendien verzorgt hij veel voor- en nawoorden bij uitgaven van en over de Russische literatuur. Ook stelt hij uitgaven samen van Russische dissidenten als Sacharov en Amalrik.

 

De echtgenote en de kinderen van Karel van het Reve schenken in 2000 het archief van hun man en vader aan het Literatuurmuseum.  Dit archief bevat honderden documenten. Daarnaast beheert het Literatuurmuseum nog andere archieven waarin zich veel brieven van en aan Van het Reve bevinden. Zo is er correspondentie van Karel van het Reve met schrijvers als W.F. Hermans, Nico Scheepmaker en Simon Carmiggelt, maar ook met bekende collega-essayisten als Rudy Kousbroek en met zijn leermeester Jacques Presser.

Ook bewaart het Literatuurmuseum talloze manuscripten en typoscripten van Karel van het Reve. Bijvoorbeeld van zijn vele vertalingen uit het Russisch, maar er is ook een zeer omvangrijk handschrift van de roman Nacht op de kale berg uit 1961.

Karel van het Reve bewaarde zijn persoonlijke documenten goed. Dat blijkt wel uit de vele persoonlijke agenda’s die er vanaf 1933 zijn. Ook is er een dossier over de Grafische School, die Karel van het Reve in de oorlog samen met zijn broer Gerard heeft bezocht. In dit dossier bevinden zich ondermeer rapporten en drukproeven voor examens.

Zie voor een overzicht van alle documenten van Karel van het Reve in het Literatuurmuseum de catalogus.

 

Links

www.karelvanhetreve.nl

www.dbnl.org