Theo Thijssen

Theo Thijssen is een befaamd Amsterdams onderwijzer en onderwijsvernieuwer, vakbondsman en sociaal-democratisch politicus. Hij is vooral bekend geworden met de roman Kees de Jongen (1923) over een elfjarige scholier die de weerbarstige werkelijkheid poogt te ontvluchten in romantische fantasieën. Zijn snelle manier van lopen wordt door Thijssen beschreven als de ‘zwembadpas’, een woord dat spreekwoordelijk is geworden in het Nederlands.

 

Jeugd in de Jordaan

Theo Thijssen, die thuis Do wordt genoemd, is de zoon van de Jordanese schoenmaker Samuel Jan Thijssen en Alida Fieggen. In het ouderlijk huis wonen nog zeven andere gezinnen, de Jordaan is in die dagen één van de armste en meest dichtbevolkte wijken van Amsterdam. Zijn vader is een vurig aanhanger van de socialist Domela Nieuwenhuis. Met zijn winkel bereikt hij een zekere welstand, maar als hij in 1890, 37 jaar oud overlijdt, moet moeder Thijssen met haar zes kinderen verhuizen naar de Brouwersgracht, waar zij een kruidenierswinkel begint. Theo mag met een beurs voor begaafde kinderen en de steun van zijn moeder studeren aan de Rijkskweekschool (De Bak) in Haarlem. Thijssen wordt hoofdredacteur van het orgaan van die school, het Baknieuws, waarin zijn eerste verhalen verschijnen. Hij keert terug naar Amsterdam en is daar van 1898 tot 1921 onderwijzer aan diverse scholen in Amsterdam-Oost. In 1905 richt hij met zijn vriend Piet Bol De NieuweSchool op, een tijdschrift met kritische artikelen over de gangbare onderwijsmethoden, maar ook met het feuillleton Barend Wels over een beginnend onderwijzer, dat in 1906 in boekvorm verschijnt. Thijssen is met de ook uit de Jordaan afkomstige Jan Ligthart een onderwijzer met veel aandacht voor het individu. Hij heeft oog voor de verschillen tussen leerlingen en klassen en is blijkens allerlei getuigenissen bij zijn leerlingen zeer geliefd. In 1909 verschijnt zijn enige kinderboek Jongensdagen (met illustraties van Jan Sluijters). Zijn kritische artikelen over het taalonderwijs bundelt hij in Taal en schoolmeester (1911), voorts publiceert hij nog een drietal rekenboekjes.

 

Vakbond

Theo Thijssen trouwt in 1906 met de handwerkonderwijzeres Johanna Zeegerman, met wie hij een zoon krijgt, Theo junior. Een half jaar na zijn geboorte in 1908 sterft zij aan en longontsteking. Hij hertrouwt met Geertje Dade, een vriendin van zijn eerste vrouw. Met haar krijgt hij een dochter en twee zonen. Al snel nadat hij zijn eerste baan heeft gekregen, meldt Thijssen zich aan bij de Bond van Nederlandsche Onderwijzers, een ietwat ingeslapen vakbond die juist in die jaren met de SDAP gaat samenwerken. Thijssen wordt in 1909 lid van die partij. In 1915 wordt hij mederedacteur van het bondsblad De Bode en assisteert hij partijleider Troelstra bij het schrijven van de onderwijsparagraaf. In 1921 wordt hij lid van het hoofdbestuur en wordt hij bezoldigd redacteur van de bondsbladen. Ook wordt hij dan redacteur van het pedagogische tijdschrift School en huis, waarin hij een feuilleton begint over een schoenmakerszoon uit de Jordaan. De afleveringen componeert hij later tot de roman Kees de Jongen, zijn beroemdste boek over de gedachtenwereld van een ‘interessant jochie’. Het gezin waar hij uitkomt, heeft het moeilijk, maar dankzij het zelfvertrouwen van Kees en met behulp van zijn fantasie overwint hij de ellende en begint aan het leven ‘met moed’. Daarna verschijnen de romans Schoolland (1925), De gelukkige klas (1926) en Het grijze kind (1927), alle drie bewerking van feuilletons. Het grijze kind vindt Thijssen zelf zijn beste boek, omdat hij daarin loskomt van autobiografisch materiaal.

 

Politiek

Behalve als vakbondslid wordt Thijssen steeds actiever in de SDAP, hij buigt zich over onderwijshervormingen als het Montessori – en Daltonsysteem. Een echte onderwijshervormer is hij niet, zijn pleidooi voor aandacht voor het individuele kind, de individuele leerling moet in zijn optiek altijd voorop staan. Hij wordt door zijn geschriften en uitspraken wel een autoriteit op pedagogisch gebeid, die het hele land afreist voor lezingen en redevoeringen. Na de verschijning van de roman Het taaie ongerief (1932), publiceert hij pas weer na zijn pensionering. In 1941 komt In den ochtend van het leven,jeugdherinneringen uit. In de jaren dertig is Thijssen van 1933 tot 1940 lid van de Tweede kamer voor de SDAP en voor diezelfde partij van 1935 tot 1941 lid van de Amsterdamse gemeenteraad. Ooggetuigen omschrijven hem als een ‘geamuseerde buitenstaander’, die alleen voor onderwijszaken het spreekgestoelte beklimt. Zo ijvert hij voor subsidie voor Sint-Nicolaasfeesten op openbare scholen en neemt hij afstand van het beleid om kinderen van ouders die in de steun zitten op klompen naar school te sturen. Tijdens de oorlog wordt hij na de februaristaking in 1941 gearresteerd en zit hij anderhalve maand vast in het Huis van Bewaring. Daarna wordt hij getroffen door fysiek malheur: een longontsteking, hartaanval en hersenbloeding verzwakken zijn gestel. Hij overlijdt in december 1943.

Reputatie

In het geboortehuis in de Amsterdamse Eerste Leliedwarsstraat 16 is vanaf 1995 het Theo Thijssen Museum gevestigd. De grote prijs voor kinder- en jeugdliteratuur (pendant van de P.C. Hooftprijs) wordt in 1988 naar Thijssen vernoemd. In 2007 zet de CPNB Thijssens roman De gelukkige klas centraal tijdens de actie Nederland leest. Thijssen is nog altijd een populair auteur en hét voorbeeld van een goede, toegewijde onderwijzer. Zijn Verzameld Werk verschijnt tussen 1993 en 1999, bezorgd door Peter-Paul de Baar en Rob Grootendorst. In Theo Thijssen, een beeld van zijn leven geeft Wieneke ’t Hoen een indruk in beelden van zijn arbeidzame bestaan.

 

Het omvangrijke archief van Theo Thijssen bevindt zich in het Theo Thijssen Museum in Amsterdam. Een groot aantal foto’s, brieven en parafernalia wordt daar getoond. Het Literatuurmuseum heeft wel enkele brieven van en aan Rob Grootendorst, als pleitbezorger van het Theo Thijssen Comité en correspondentie met uitgeverijen als G.A. van Oorschot en Querido over Thijssen. Zie voor een overzicht van die documenten in het Literatuurmuseum de catalogus.

Links

www.dbnl.org

www.theothijssenmuseum.nl