Theun de Vries

Theun de Vries is de auteur van een zeer omvangrijk oeuvre van sociale en historische romans, biografieën, essays en gedichten. Een deel van het werk is in het Fries geschreven. De Vries is door zijn lidmaatschap van de CPN en zijn sympathie voor staten zoals de Sovjet-unie, lange tijd geïsoleerd geweest. In zijn laatste levensfase, als hij nog steeds erg productief is, groeit de bewondering voor zijn werkdrift en veelzijdigheid.

 

Jonge jaren

Theunis Uilke (Theun) de Vries wordt als enig kind van Sjoerd de Vries en Elisabeth Dijkstra in het Friese Veenwouden geboren. In 1920 verhuist het gezin naar Apeldoorn, waar de vader in 1923 failliet wordt verklaard, een gebeurtenis die een diepe indruk op de zoon maakt. Theun de Vries volgt het gymnasium en de lectuur van Friese auteurs uit zijn jongste jaren maakt plaats voor bewondering voor Kloos, Gorter, Henriëtte Roland Holst en Boutens. Zijn eerste journalistieke werk verschijnt in Jong Nederland. Na de vierde klas verlaat hij het gymnasium en volgt een bibliotheekopleiding in Hilversum en Utrecht, waar hij de nodige literaire contacten legt. Na een korte periode als bibliothecaris werkt hij in de jaren dertig in de openbare bibliotheek van Sneek. In 1932 is De Vries in Apeldoorn getrouwd met Aafke Vernes met Dirk Coster als getuige. In 1934 wordt zoon Hubert geboren, in 1937 verhuist het gezin naar Amsterdam, waar na een jaar het huwelijk wordt ontbonden.

 

Oorlog

Theun de Vries is in 1936 lid geworden van de CPN, hij wordt redacteur van De Tribune, later De Waarheid en De Vrije Katheder. De Vries brengt tijdens de oorlog een periode ondergedoken door, maar verricht vanuit Amsterdam de nodige verzetsactiviteiten. In 1944 wordt hij door de Duitsers opgepakt en in Kamp Amersfoort geïnterneerd. Na tien maanden wordt hij door het verzet bevrijd. In de jaren tachtig zoekt hij psychiatrische hulp om van zijn  kampsyndroom af te komen. In 1946 trouwt De Vries voor de tweede maal met Aafke Vernes, in datzelfde jaar wordt dochter Sandra geboren. Zijn vrouw overlijdt in 1975. Hij zit voor de CPN geruime tijd in de Amsterdamse gemeenteraad, maar wordt in 1946 niet in de Tweede Kamer gekozen en blijft fulltime schrijver. De Vries’steun aan de communistische coup in Tsjechoslowakije (1948), de inval in Hongarije (1956) en zijn loflied op Stalin worden hem in de literaire wereld en daarbuiten erg kwalijk genomen. Hij wordt uit de PEN gezet en door collega-schrijvers openlijk gemeden. Pas in 1971 treedt hij uit de CPN. In een interview, drie jaar voor zijn dood, zegt hij over die periode: ‘Verloren jaren. Daar is niets goeds van gekomen. Als ik ergens spijt van heb, dan is het dat ik mijn vertrek uit de CPN zo lang heb uitgesteld.’

 

Kunstenaarsromans

Theun de Vries hoort met S. Vestdijk tot de productiefste auteurs uit ons taalgebied, hij publiceert meer dan honderd boeken. Hij debuteert in 1925 met Friesche sagen gevolgd door de dichtbundels De terugkeer en Westersche nachten, waarvoor hij in 1930 de Domprijs krijgt. In 1934 verschijnt zijn roman Rembrandt, zijn eerste boek over bewonderde kunstenaars. Woordrijk, maar ook psychologisch indringend en met een enorme kennis van (historische) zaken portretteert De Vries de grote schilder en later Vincent van Gogh (Ziet eenmens, later Vincent in Den Haag), Jeroen Bosch (Moergrobben), Joseph Haydn (Het hoofdvan Haydn) en Torrentius (Torrentius. Het feest en de storm). Behalve geromantiseerde levensbeschrijvingen en romans waarin kunstenaars een belangrijke hoofdrol vervullen, publiceert De Vries ook een aantal biografieën. Vooral de wijsgeer Spinoza en zijn opvattingen liggen hem na aan het hart. Over hem schrijft hij een monografie, een filmscenario en twee hoorspelen. ‘Spinoza geeft in zijn Ethica  een weg aan om op redelijke en bevredigende wijze het leven te beschouwen en vrede te vinden in datgene wat gebeurt.’

 

Ander werk

Tot drie keer toe heeft Theun de Vries een aantal verhalen gebundeld over zijn alter ego Wilt Tjaarda. Behalve zichzelf heeft hij in die verhalen ook zijn ouders en grootouders geportretteerd. In De tegels van de haard (1941–later uitgebreid verschenen in De Friesepostkoets) keert hij terug naar zijn Friese jeugdjaren. De tweede reeks verschijnt in 1967: Denamen in de boom, hij schrijft die in de tijd dat de contacten tussen hem en de CPN verslechteren. In 1968 komt ten slotte De vogels om het erf uit. Het wellicht bekendste boek van De Vries is Het meisje met het rode haar. Roman uit het verzet 1942-1945. De verfilming heeft stellig bijgedragen aan de blijvende populariteit van die oorlogsroman. Rebellen en ketters spelen in het fictieve en essayistische werk van De Vries een prominente rol. Tot de eerste categorie horen Eroica (1934), de sociale roman Stiefmoeder aarde (1937), De vrijheidgaat in ’t rood gekleed (1946) en de verzamelroman De fuga van de tijd. De Vries schetst de wereld van sociaal gedepriveerden, hun strijd voor een menswaardiger bestaan en een betere wereld en de drang van sommigen om via de revolutionaire weg die doelen te bereiken. In breed uitwaaierende romans geeft hij een uniek tijdsbeeld, waarin hij maatschappelijke tegenstellingen altijd scherp laat uitkomen. Het standaardwerk Ketters verschijnt in 1982 met de ondertitel Veertien eeuwen ketterij, volksbewegingen en kettergericht. De Vries heeft er jarenlang aan gewerkt om de afwijkende geloofsopvattingen van veel van z’n romanpersonages goed onderbouwd in deze studie te belichten. In 1978 krijgt hij in Groningen uit handen van de historicus E.M. Kossmann een eredoctoraat in de letteren, omdat hij ‘in een groot literair oeuvre de wetenschap der geschiedenis deskundig en integer hebt gediend.’ Ook in de laatste decennia van zijn lange leven, die hij doorbrengt met zijn vriendin Henriette Buytendijk, blijft Theun de Vries uiterst productief. Er verschijnen twee kloeke historische romans Sint-Petersburg (19992) en Terug uit Irkoetsk (1994) en een drietal zeer geprezen novellen: De bergreis (1998), Torrentius (1998) en De wilde vrouwen van Pella (1999). Daarna komen er nog gedichten uit, deels in het Fries, en een essay over Jeroen Bosch. 

Reputatie

De politieke standpunten van De Vries hebben de visie en het commentaar op zijn werk lange tijd bepaald en vertroebeld. Bovendien wordt hij lange tijd vooral als een ‘ideeën’schrijver beschouwd, die het niet zozeer moet hebben van literaire kwaliteiten.  In de jaren tachtig kentert de algemene teneur van deze kritiek. De bewondering voor de veelzijdigheid van De Vries’werk groeit, terwijl hij stug door blijft publiceren. Zowel zijn historische romans, als enkele novellen, die hij zelf tot zijn beste werk vindt behoren, krijgen een goede pers en bereiken een redelijk groot aantal lezers. In die jaren heeft Hans van de Waarsenburg de Vries regelmatig uitgebreid geïnterviewd, gesprekken die ook in boekvorm zijn verschenen. In 2003 wijdt het Letterkundig Museum een door Muriël Steegstra gemaakte overzichtstentoonstelling aan leven en werk van De Vries en verschijnt bij Querido, De Vries’ vaste uitgever tijdens de laatste decennia, het schrijversprentenboek Vervolg je weg en laat de lui maar dazen! Voor zijn hele oeuvre wordt hij in 1962 bekroond met de P.C. Hooftprijs, daarnaast is hij ook regelmatig onderscheiden voor individuele werken, zoals met de Henriëtte Roland Holstprijs voor Ketters. In maart 2011 verschijnt het eerste deel van de biografie van Jan van Galen: Theun de Vries. Eenschrijversleven 1907-1945. Ook Jos Perry werkt aan een levensbeschrijving.

 

Na de dood van Theun de Vries is zijn nalatenschap verdeeld onder het Literatuurmuseum, het Instituut voor Sociale Geschiedenis en diverse Friese instellingen. Een groot deel van die nalatenschap moet nog geordend en beschreven worden. Het Literatuurmuseum beschikte al voor deze schenking over talrijke foto’s van De Vries uit een groot aantal decennia van zijn lange leven, over door de auteur bijgehouden knipselmappen, teksten in manuscript en typoscript en over uitgebreide correspondenties met onder anderen W.F. Hermans, Karel van het Reve, Boudewijn Büch, Hella S. Haasse, Gerrit Borgers, Antoon van Duinkerken en met uitgevers onder wie Reinold Kuipers.

Zie voor een overzicht van alle documenten van Theun de Vries in het Literatuurmuseum de catalogus.

 

Links

www.dbnl.org