Gesprekken op de grenslijn

Theun de Vries was een bewonderaar van Spinoza en had uit eerbied een monografie, een filmscenario en twee hoorspelen aan hem gewijd. Een daarvan is Spinoza, of: Gesprekken op de grenslijn, dat hij in 1971/1972 schreef in opdracht van de NCRV.

 

De mens zelf is de Moergrob

Bekijk de online expositie

‘Van Spinoza leerde ik gelijkmoedig te zijn in tegenslag, hij gaf mij een positieve visie op het menselijk bestaan. Door hem erkende ik de noodzakelijkheid van het vrijheidsbeginsel. Innerlijke vrijheid, wel te verstaan.ʼ Dat zei Theun de Vries in 1997 in een interview door Elsbeth Etty voor NRC Handelsblad. Hij was een bewonderaar van Spinoza en had uit eerbied een monografie, een filmscenario en twee hoorspelen aan hem gewijd. Een daarvan is Spinoza, of: Gesprekken op de grenslijn, dat hij in 1971/1972 schreef in opdracht van de NCRV. Het werd in oktober 1972 uitgezonden, in de regie van Wim Paauw, met Henk van Ulsen als Baruch Spinoza.

 

De tekst is opgetekend in drie groene schriftjes. Op de rechterpagina’s noteerde hij het script, de linkerpagina’s liet hij leeg voor correcties, voornamelijk herschrijvingen. Hij zette dan een kruis door een fragment op de rechterpagina en schreef links de nieuwe versie.

 

Aangezien de tekst in schriften staat en met de hand geschreven is, inclusief de vele doorhalingen, ga ik ervan uit dat het een eerste versie is. En voor een eerste versie is die opvallend consciëntieus. De herschrijvingen zijn vooral op zinsniveau. Theun de Vries stond boven de materie, hij hield zich al jaren bezig met Spinoza, zoals blijkt uit het interview met Elsbeth Etty.

 

In Spinoza, of: Gesprekken op de grenslijn kijkt de Nederlandse filosoof en lenzenslijper Baruch Spinoza vanaf zijn sterfbed terug op zijn leven. De eerste scène is getiteld ‘Het stervensuur’. Spinoza wordt geroepen door zijn moeder, Hanna Debora, die overleed toen hij zes jaar oud was. Ze is naar hem toe gekomen om hem in zijn sterven te begeleiden, of zoals zij zegt: Vandaag sterven wij samen.

 

Spinoza of Gesprekken op de Grenslijn. Handschrift van het hoorspel van Theun de Vries. Collectie: Literatuurmuseum

 

De scènes die volgen lijken herinneringen, die als flashbacks zijn geschreven. Spinoza wordt bezocht door diverse vrienden en bekenden met wie hij gesprekken voert over zijn werk en ideeën. Zo heeft hij een discussie met zijn zwager Samuel de Casseres over zijn vrijzinnige ideeën wat betreft God en natuur. Aan het eind van deze scène klinkt de stem van Hanna Debora die haar zoon waarschuwt voor de gevolgen van zijn beslissingen. Niet lang hierna ontving Spinoza de banvloek en werd hij uit de Sefardische gemeenschap verstoten.

 

In de volgende scène heeft Spinoza op een feestje een gesprek met een jonge vrouw, die als De Onbekende wordt aangeduid in het script. Ze flirten. Zij plaagt hem met zijn afkomst, hij kan daar niet goed tegen. Ze krijgen een discussie over mens en religie, Spinoza wordt boos, de vrouw gaat naar binnen om verder te dansen, hij blijft alleen achter. Weer wordt hij bezocht door de stem van zijn moeder, die hem probeert te troosten:

 

Hanna: Schrei niet, mijn jongen.

Spinoza: Zij zijn daar – ik ben hier.

Hanna: En zo zal het blijven... De vrijheid wordt duur betaald.

Spinoza: Ik had gedacht dat ik hun wereld kon binnengaan.

Hanna: Jouw wereld ligt naast de hunne.

Spinoza: Maar ik ben jong, moeder. Ik ben een man. En ik moet afstand doen van alles wat het leven geur en wellust geeft..?

Hanna: Niet dáárvoor heb je de ban op je genomen.


Spinoza vindt niet alleen maar tegenstanders tegenover zich. Cuffeler, raadsheer van het Hof van Holland, complimenteert hem met zijn Tractatus theologico-politicus, een kritische analyse van de Bijbel. Daarnaast waarschuwt Cuffeler Spinoza dat het bouwwerk van De Witt in elkaar stort.

 

Cuffeler: Ik zie onze grensen, de grensen van de aristocratie. Ik zie dat De Witt voor velen al te hoog in het zadel zit. Ik zie dat er een storm opsteekt.

 

Inderdaad worden, zoals we weten, Johan en Cornelis de Witt vermoord. In reactie hierop schreef Spinoza het pamflet Ultimi Barbarorum, dat hij wilde ophangen bij de Gevangenpoort in Den Haag, de plek van de moorden. Zijn huisbaas Hendrik van der Spyck voorkwam deze actie door Spinoza in huis op te sluiten.

 

Door de tekst heen voelt Spinoza zich zwakker worden, hij leed al jaren aan tuberculose. Steeds vaker heeft hij last van hoestbuien en hij voelt de tijd dringen om zijn Ethica te voltooien. Uiteindelijk sterft hij in 1677 aan deze ziekte. De Ethica verscheen postuum in datzelfde jaar.

 

Theun de Vries, 1975. Collectie: Literatuurmuseum

 

De opzet van de scènes is telkens dezelfde: Spinoza voert een dialoog met iemand, waarin bepaalde fundamentele keuzes en beslissingen die hij heeft gemaakt en de gevolgen daarvan voor hem aan bod komen, en aan het eind van de scène is daar de stem van zijn moeder om hem moed in te spreken, te waarschuwen of te troosten.

 

Deze opzet draagt ertoe bij dat het hoorspel statisch is. Er is geen handeling, Spinoza is nooit in beweging, hij zit aan tafel of staat op een feest langs de kant, dat is het wel zo’n beetje. In het hoorspel zit veel exposé. De luisteraar moet niet alleen Spinoza en zijn naasten leren kennen maar ook diens filosofie. Wat het gebrek aan dynamiek nog versterkt is dat De Vries weinig doet aan spanningsopbouw. Er wordt bijvoorbeeld nooit gebruik gemaakt van een cliffhanger, er is geen geheim dat wordt onthuld, geen misverstand dat uit de weg moet worden geruimd.

 

In een artikel in de Volkskrant in 1997 zegt De Vries over Spinoza: ʻHet is een karakter zonder vlek of blaam, zuiver, toegewijd aan zijn filosofie.ʼ Dat dit het geval was, of in ieder geval het beeld was dat Theun de Vries van Spinoza had, lees je terug in de hoorspeltekst, het drama in het stuk komt voort uit botsingen in denkbeelden, niet vanuit karakters.

 

Dat De Vries zich meer op het werk en de thematiek van Spinoza heeft gericht dan op de persoon lijkt logisch, gezien de grote overeenkomsten met de thematiek van De Vriesʼ eigen oeuvre. Beiden hielden zich bezig met de menselijke vrijheid en gingen hierin tegen de stroom in, Spinoza als onafhankelijk en vrijzinnig denker, De Vries als CPN’er, waar hij zich in 1971 van distantieerde. Daarnaast deelden ze een grote discipline en werkdrift.