Met zwarte stift schrijft Jayne in zwierige letters het schutblad vol van een beduimelde I Jan Cremer-pocket. Met hartjes op alle i’s. Het boekje is precies groot genoeg voor in je achterzak. Naast je kam, kauwgom en condoom. Ze noemt Jan een ‘genius’. Ze speelt haar rol van blozende droomvrouw, even naïef als enthousiast, met verve. Ze is op dat moment vers gescheiden van haar tweede man en heeft vier kinderen, maar er is geen spoor van verbetenheid te herkennen. Niet in haar lovende woorden, niet in haar optredens, niet op haar portretten. Ze is een professional entertainer.
I have learned so much from his outlook on life.
Jan laat zijn vriendin, model en cabaretière Loesje Hamel, achter en gaat met Mansfield mee op tournee door Zuid-Amerika. Zij treedt op in hotelbars en theaters. Hij drinkt, rookt en hangt rond. Ze poseren bij het vrijheidsbeeld, in bontjassen bij vliegtuigen, in wagens met open dak. In haar armen Mansfield drie chihuahua’s. Een relatie vereeuwigd in prikkelende beelden. Na een jaar is de klik voorbij. De twee gaan uit elkaar. Maar dat is niet erg. We hebben altijd de foto’s nog. En het boek, natuurlijk.