Zuid-Afrikaanse post uit een Italiaans strafkamp

Een ansichtkaart kunnen we het niet noemen, al heeft het wel die omvang. Op de voorkant staat een groot stempel: POSTE ITALIANE CARTOLINA POSTALE PER PRIGIONIERI DI GUERRA.

Eronder staan enkele persoonlijke gegevens van de Zuid-Afrikaan Uys Krige, onder meer zijn beroep: warcorrespondent. Maar Uys Krige (1910-1987) was ook een begenadigd dichter en schrijver. De betreffende briefkaart, waarop geen jaartal staat vermeld, is gericht aan de Nederlandse dichter Jan Greshoff. In kleine aaneengesloten letters schrijft Krige hem:

 

 

Maart 11 Beste Jan – In ’n vreeslike tenkgeveg tussen [onleesbaar] Duitsers is ek gevang. Eendag sal ek jou dit alles vertel… Skrywe my tog asb. gereeld. Briewe is een van die weinige dingen wat hierdie leve draaglik maak. Ook Kees moet skrywe (bes in Frans!). Kan jy nie aan Vestdijk skrywe om my Nederlandse boeke en tydskrifte uit Holland te stuur nie? Wat is Van Schendel se adres hier? My liefde aan jul hele familie. Eks glad verstoke van enige Hollandse of Afrikaanse leesstof. My gezondheid is eersteklas, ek is vol moed en optimisme. Nous maintiëndrons! Hoe gaan dit met al die ou maats? Sê ou Jacques hy moet skryf. 

 

 

 

Uys Krige is tijdens de Tweede Wereldoorlog oorlogscorrespondent in Noord-Afrika. In Libië vechten op dat moment de Astroepen (Duitsers, Italianen en zelfs Japanners) onder leiding van de Duitse nazigeneraal Rommel tegen de Britten. Uys Krige wordt tijdens de Slag van Sidi Rezegh (23 november 1941) opgepakt door Italiaanse militairen. Een maand zit hij vast in Benghazi, daarna wordt hij ingescheept op een kruiser en over de Middellandse Zee naar Brindisi gebracht. Later wordt hij getransporteerd naar een strafkamp in het midden van het land, nabij de Abruzzen, het zogenoemde Sulmona-kamp. Tot september 1943 verblijft hij daar. Getuige zijn briefje aan Greshoff, verveelt hij zich er enorm. Na zijn vrijlating merkte hij erover op: ‘The great enemy of the prisoner is not the guard watching his every step and movement – but boredom, listlessness of spirit, an apathy of mind that can so easily get a grip on him as the months slip monotonously by and nothing, nothing ever happens.’

 

Jan Greshoff is een spil in de Zuid-Afrikaanse literaire scene. Als hij in 1939 onder andere vanwege de oorlogsdreiging naar Kaapstad verhuist, neemt hij westerse literaire invloeden mee. Tot dan is de Zuid-Afrikaanse poëzie vrij traditioneel, maar onder invloed van Greshoff komen nieuwe stemmen op zoals Dirk Opperman en de gebroeders Louw, maar ook Uys Krige – deze vormen samen een groep die later bekend zal komen te staan als De Dertigers. Mede dankzij Greshoff komen de dichters in aanraking met modernere Europese en Amerikaanse literatoren. Bovendien introduceert hij de Zuid-Afrikaanse auteurs in Europa, met door hem geïnitieerde publicaties in literaire periodieken. Uys Krige publiceert onder andere in De Gids. Tussen hem en Greshoff groeit een band. Ze schrijven elkaar vaker. Enkele van deze brieven zijn aanwezig in het archief van het Literatuurmuseum. Het briefkaartverzoek van Krige voor leesmateriaal en bemiddeling in het contact met Simon Vestdijk toont nog maar eens de rol die Greshoff speelt in de Zuid-Afrikaanse literatuur. 

 

J. Greshoff, N.P. van Wyk Louw en Uys Krige. Collectie: Literatuurmuseum

 

De veelvuldig genoemde verveling in het kamp verdrijft Uys Krige behalve door te lezen door te schrijven. Veel van zijn Engelstalige poëzie schrijft hij gedurende zijn aanwezigheid in het kamp. Zoals het gedicht ‘Midwinter’, over de uitzichtloosheid van het kampbestaan:

 

MIDWINTER

 

This is our life, our death-in-life: this gloom, this ghostly pallor

above each cot at noon, this cold at day's meridian, as cold as ice but

burning

even as war's embrace, the battle's bitter kiss.

 

Through the cracks in the wide wooden door, the shattered

window, the mist seeps. Wisps cluster, drift and veer

above each wooden bed.

The floor is of cement. There is no stove or fire. In two long rows

we lie freezing under our blankets. In this grey whiteness lingering

around us, drooping, drear,

from which all speech, all sound has fled

no one speaks. All the old battles, desert scraps, dogfights, crashes

on the desert's deck, swimming around in the cold dark Med.

before the slow red dawn, all the heroism and gallantry, all the

cowardice and the horror and the fear,

nothing, nothing has been left unsaid....

 

This is a dead world, a lost world and these are lost men,

lost each in his separate limbo, banished from his memories,

exiled even from himself. Here even dreams are dead.

 

Ook waagt hij zich aan Engelstalig proza. Zoals het zeer trefzekere verhaal ‘Death of a Zulu’. In de biografie over Uys Krige schrijft biograaf J.C. Kannemeyer: ‘Dié verhaal skryf hy binne vier en twintig uur klaar met 'n potloodstompie op 'n paar stukkies verfrommelde papier.’ Het verschijnt in de bundel The dream and the desert en wordt integraal opgenomen in Harpers’s magazin en enkele Scandinavische tijdschriften. André Gide vertaalt het naar het Frans. Uiteindelijk wordt het in zo’n twintig talen vertaald en zal het Kriges grootste succes zijn. Hij verdient er naar eigen zeggen meer aan dan aan al zijn andere werk samen. Het internationale succes voor dit verhaal moet een combinatie zijn van het literaire raffinement, de krachtige thematiek en het bijzondere onderwerp in combinatie met de situering. De ik-verteller van het zeven pagina’s tellende verhaal wordt gevangengenomen in Libië en stuit tijdens zijn tocht door de woestijn op een gewonde jongen van Zulu-afkomst. De jongen smeekt om te worden gedood. De verteller zelf is krijgsgevangene en bezit geen wapen. Maar toch spreekt de jongen zijn doodswens keer op keer uit in het Zoeloe. Uiteindelijk verschijnt een Duitse dokter die na pagina’s van tergend uitstellen besluit tot het doodvonnis. Het is een aangrijpende scène waarin de verschrikking en zinloosheid van oorlog eens te meer naar voren komt.

 

Biograaf Kannemeyer: ‘Die middag van 8 September (1943, red.) was Krige besig om te lees aan H.G. Wellsse Outline of history toe 'n Italiaanse seun op sy fiets by die kamp aangery kom en vir die gevangenes deur die omheining skreeu: “Die oorlog is verby!” Van die manne was aan die voetbal speel, maar hulle het net daar opgehou. Onder die Italianers was daar net soveel vreugde as onder die krygsgevangenes. [...] Op Vrydagoggend, 10 September, deel die kampkommandant hulle mee dat hulle vry is om te gaan, maar dat die Duitsers reeds in die nabye Sulmona aangekom het en dat hy hulle aanraai om vir hulle eie veiligheid in die kamp te bly. [...] Sondagaand, 12 September, vertrek Uys saam met drie ander gevangenes.’ Een vlucht van ruim een maand volgt, dwars door Italië. Met een bont gezelschap – Italianen, Grieken, allen op de vlucht – probeert Uys Krige uit handen van de Duitsers te blijven. In zuidelijke richting trekt hij door Italië, om uiteindelijk in de buurt van Foggia de boot te pakken naar Zuid-Afrika. Over deze reis schrijft Krige het lange journalistieke verslag The way out, dat qua intensiteit doet denken aan Primo Levi’s Het respijt