Alfred
Schaffer

2009

Jan Campert-prijs
Alfred Schaffer (1973) heeft de Jan Campert-prijs 2009 ontvangen voor zijn bundel Kooi.

De jury uitte haar grote bewondering voor de simpele, vertrouwde taal die Alfred Schaffer zo naar zijn hand weet te zetten dat er een nieuwe dreiging in ontstaat: ‘Het getuigt van een groot meesterschap om de vertrouwdheid van de taal zo soepel en vanzelfsprekend in haar vreemdheid te laten functioneren.’ In Schaffers poëzie klinken vele stemmen, en meerdere identiteiten: ‘Het is vaak niet uit te maken of de kakofonie alleen maar in het hoofd van de verteller klinkt, of dat er stemmen van buiten worden geregistreerd en als eigen ervaren.’

 

In het begeleidend essay schetst Victor Schiferli een belangrijk effect van die veelstemmigheid: de onmogelijkheid tot het maken van contact met de ander: ‘Iedereen spreekt door elkaar heen: een ik, een jij, een hij, een wij, ook binnen hetzelfde gedicht. De regels kaatsen tegen elkaar en rollen weer weg, ze vullen elkaar niet aan maar spreken elkaar juist tegen. (…) Het maakt dat zijn werk ook in hoge mate confronterend [is], want niet alleen beschrijft hij wat er allemaal misgaat in de communicatie tussen mensen, hij laat het de lezer ook aan den lijve ondervinden.’

 

 

Wie weet is er nog hoop, net als jij

heb ik geen liefde nodig. Kun je even dichterbij gaan staan,

van hieraf kan ik niet goed horen of je nu lacht of schreeuwt.

En dat geblaf, kwam dat van buiten of van jou? Ja, ik doe mijn

best je te verstaan, maar je moet wel in de microfoon praten.

 

 

Schiferli geeft de lezer enkele wenken:

 

‘Het is voor een goed begrip van Schaffers werk nodig om het idee of de wens te laten varen om iets terug te willen lezen als een verhaal met een kop en een staart, een mop met een clou, een liedje met een refrein. Veeleer moet je je laten meeslepen als in een droom, een nachtmerrie wellicht zelfs, waarbij de kracht van de suggestie zo groot is dat je niet langer let op de logica van de gebeurtenissen. Het is ook eenvoudigweg niet meer belangrijk.’ Schaffer biedt dan ook geen troost of verzachting: ‘De lezer komt samen met de dichter klem te zitten in een donkere ruimte waarvan hij de contouren niet kan zien en de enige troost die wordt geboden komt in de vorm van een absurde, soms wrede humor.’

 

Alfred Schaffer debuteerde met Zijn opkomst in de voorstad (2000), waarvoor hij de eerste Jo Peters Poëzieprijs ontving. Schuim (2006) werd bekroond met de Vlaamse Hugues C. Pernath-prijs. Hij woont sinds 1996 in Zuid-Afrika, waar hij Nederlandse literatuur en creative writing doceert aan de Stellenbosch University. Daarvoor werkte hij als redacteur bij de Bezige Bij. In 2021 kreeg Schaffer de P.C. Hooft-prijs voor zijn oeuvre. 

‘In Schaffers poëzie klinken vele stemmen, en meerdere identiteiten: Het is vaak niet uit te maken of de kakofonie alleen maar in het hoofd van de verteller klinkt, of dat er stemmen van buiten worden geregistreerd en als eigen ervaren’

Jury 

De jury onder voorzitterschap van Aad Meinderts bestond uit Yra van Dijk, Hans Groenewegen, Koen Hilberdink, Aukje Holtrop, Ena Jansen, Jos Joosten, Annemie Leysen en Lut Missinne. Aan de Jan Campert-prijs was een bedrag van 5.000 euro verbonden.

 

Uitreiking

De feestelijke prijsuitreiking vond plaats op zaterdag 6 maart 2010 tijdens festival Het Voorwoord in Pulchri Studio in Den Haag.

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum