Terug Online exposities Zoeken

Tommy Wieringa

(1967)

Tommy Wieringa is een geliefde Nederlandse schrijver die een breed publiek weet te bereiken: iedereen houdt van Joe Speedboot. Wieringa is een betrokken schrijver, dat blijkt niet alleen uit zijn columns maar ook uit zijn reisverhalen en uit romans als  Dit zijn de namen en De dood van Murat Idrissi

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Tommy Wieringa. Gemaakt door: Charlotte   Scholten
Vervaardigd 1997
Techniek Olieverf op canvas
Afmetingen 40 x 60 cm

Tommy Wieringa

door Charlotte Scholten (1959)

Tommy  Wieringa geldt als een van de grote namen in de Nederlandse literatuur. Hij wordt in 2005 op slag een populair schrijver met zijn vierde, vaak herdrukte, avontuurlijke roman Joe Speedboot, waarvoor hij de F. Bordewijkprijs krijgt. Meer prijzen volgen, zoals in 2013 de Libris Literatuur Prijs voor Dit zijn de namen en in 2018 de BoekSpot Literatuurprijs voor De heilige Rita. Zijn werk wordt wereldwijd vertaald.

Dit portret is van voor zijn grote doorbraak en werd gemaakt door Charlotte Scholten. Ze kennen elkaar sinds 1994 en in 1997 maakt ze dit portret van hem. Het is het jaar waarin hij zijn tweede roman, Amok, publiceert, twee jaar eerder was hij gedebuteerd met Dormantique’s manco. Wieringa maakt in deze periode deel uit van de muziekgroep Donskoy, waarin hij experimenteert met de combinatie muziek-poëzie. In 1998 verschijnt de cd Beatnik Glorie, kort hierna valt de groep uiteen. Een van zijn medebandleden is Arjan Witte, de man van Scholten. Scholten studeerde aan de Arnhemse kunstacademie, naast schilder is ze ook dichter. In 2006 verscheen haar dichtbundel Een nest bloedsinaasappels in de Windroosreeks.

Scholten baseerde dit portret op een foto die Wieringa aanleverde, maar het is een fantasieportret geworden, je zou het surrealistisch kunnen noemen, aldus Scholten. Om een ‘egghead effect’ te voorkomen, zocht ze iets om het voorhoofd visueel te beïnvloeden. Het schilderij is uitgevoerd in de primaire kleuren blauw, geel, rood, plus wit. ‘Om te corresponderen met de omgeving van de kop, had ik iets blauws nodig,’ zegt Scholten. ‘Het had iets komisch om een dier op dat hoofd te zetten en kikkers zijn er letterlijk in alle kleuren van de regenboog. Vandaar. Het heeft geen literaire betekenis.’