Zoeken

Emma Crebolder

(1942)
Van Limburgse mergel tot Tanzaniaanse mangroven: de poëzie van Emma Crebolder strekt zich uit over continenten en zeeën. Water is de bron van haar gedichten: door verbinding met vrouwelijkheid – vruchtwater – verkent ze de oorsprong van het leven. Geboren in Zeeuws-Vlaanderen, keert ze altijd terug naar de Schelde, de rivier die uitkomt in 'de zee waar alles begon'.
De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Emma Crebolder. Gemaakt door: Annelies Hoek
Vervaardigd 2004
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 49,5 x 53 cm

Emma Crebolder

door Annelies Hoek (1943)

Eind jaren zeventig debuteerde Emma Crebolder met Een hol in de zon en sindsdien verschijnen er met ijzeren regelmaat steeds nieuwe bundels, aanvankelijk bij kleinere uitgeverijen, maar vanaf Waar niemand wegen waande bij een landelijke literaire uitgeverij. In 1993 werd ze stadsdichter van Venlo, en daarmee was ze de allereerste stadsdichter in Nederland.

In een interview met e-magazine Meander laat Crebolder weten altijd geïntrigeerd te zijn geweest door de oorsprong, door het begin van alle dingen. ‘Ik vond er poëzie in. Wetenswaardigheden zoeken die we vergeten zijn, rituelen en dromen die ons op een oud onvergankelijk spoor kunnen zetten. Ook onze vaak verloren verbinding en verwantschap met dieren of planten en landschappen zijn hoognodig aan herijking toe.’  Crebolder, die decennialang docent Swahili was aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zegt in hetzelfde interview dat het Swahili een eeuwenoude poëzietraditie heeft en dat de taal een voortrekkersrol heeft omdat het de eerste authentieke Afrikaanse taal beneden de evenaar is die de officiële taal werd na de onafhankelijkheid in 1960. In Crebolders poëtisch werk speelt Afrika een centrale rol. Ook in haar leven: ze woonde een tijdlang in Tanzania en ze is nog vaak naar het continent terug geweest, ook voor schrijversresidenties.

Het was in Tanzania dat Crebolder Annelies Hoek leerde kennen. Daarna, in de jaren zeventig, vestigden ze zich allebei in Limburg. Hoek vervaardigt naast vrij werk ook officiële portretten, waaronder in 1995 een staatsieportret van koningin Beatrix. In dezelfde stijl is dit portret van Crebolder. Hoek maakte het als betaling in natura voor gedichten die Crebolder maakte bij het werk van Hoek. Crebolder vindt het een zeer geslaagd schilderij om de verstilling die Hoek heeft weten te treffen.