A. Marja

Als in 1956 in de Lakenhal ‘Tekenaars van nu’ opent, meldt A. Marja in een inleiding over kunst dat hij weinig opheeft met moderne werken die bestaan uit mooie lijntjes en vlakken zonder dat de ‘man’ erachter erin slaagt een wezenlijke uiting van zijn gevoelens tot stand te brengen. Een van de exposanten is Willy Rieser, de schilder van dit portret.

Aan Nick ter Wal van Artistiek Bureau vertelt Rieser: ‘Portretten maak ik nooit in opdracht. Ik schilder alleen wie ik boeiend vind. Niet naar foto, maar naar de werkelijkheid, dus A. Marja moest ook voor me zitten’. Wanneer hij het portret precies heeft geschilderd weet hij niet meer maar het moet eind jaren vijftig zijn geweest.

Mijn vrouw en ik maakten kennis met Marja in 1950, toen we ook in Den Haag kwamen wonen. We konden goed met hem opschieten. Die practical jokes van hem zijn ons bespaard gebleven, maar misschien is dat zuiver toeval. Onze vriend en buurman Rico Bulthuis liep altijd een straatje om als hij Marja in de verte zag aankomen.

Marja was in 1937 gedebuteerd met de dichtbundel Stalen op zicht en bereikte in 1941 een groter publiek met de roman Snippers op de rivier. Van de literatuur bleek hij echter niet te kunnen leven, waarop de schrijver en dichter in 1947 sociaal ambtenaar werd bij het gevangeniswezen en later directeur van een reclasseringsbureau.

Rieser en Marja kwamen elkaar regelmatig tegen, onder meer bij de Haagsche Kunstkring. Ook gaf Marja wel eens literaire avondjes thuis bij de schilder en zijn vrouw, schilder Miep de Leeuwe. Het contact verwaterde, maar als Marja in 1964 plotseling overlijdt is Rieser een van de aanwezigen op de begrafenis.