het verhaal

470 woorden

Ik heb ooit honderd euro verdiend omdat mijn buurvrouw bang voor me was. Die buurvrouw woonde een paar deuren verder, en het was zo'n type waar ik weinig mee kon, en zij kon weinig met mij; we knikten alleen naar elkaar, en als ik Rocky bij me had, maakte ze van het knikken iets dat nog wat sneller afgehandeld moest worden dan anders. Ze was niet iemand met wie ik vrienden zou worden, dus, maar dat maakte me niet uit, ik was zelf ook niet iemand met wie ik vrienden zou worden.
Rocky was de eerste Rocky toen, de Mechelaar van mijn pa. Mijn pa leefde nog toen, maar hij kon niet meer voor die hond zorgen. Hij had 'm in huis genomen omdat ie dacht dat ik dacht dat ik dan vaker langs moest komen. Hij had 'm Rocky genoemd omdat ie had onthouden dat ik ooit eens had gezegd dat ik een hond wilde en dat ik 'm dan Rocky zou noemen. Mijn pa kon twee jaar voor die hond zorgen, en daarna lukte het niet meer.
Ik was toen 19, 20, en ik deed niet veel met m'n dagen. Ik liep wel rond met het idee bij het Korps te gaan, en ik denk dat je dat ook wel aan me zag; ik hield mijn haar kort en ik droeg een bomberjack en ik liep op kisten die ik bij de dump had gekocht.
Dus die buurvrouw was een beetje bang voor me, denk ik, en ik kon er wel om lachen, maar dat bang zijn had ze alleen gebaseerd op die hond en m'n kisten; ik was verder gewoon een aardige jongen. Maar omdat ze een beetje bang voor me was, dacht ze vast dat andere mensen dat ook zouden zijn, dus ze kwam een keer naar me toe toen ik Rocky niet bij me had, en ze vroeg of ik mijn hond nog had, en ik zei ja, ik heb mijn hond nog, en ik was klaar om iets te zeggen over wat zij daarna zou zeggen, maar ze zei mooi, en of ik honderd euro wilde verdienen.
Ik zei dat dat een beetje afhing waarmee ik dat dan zou gaan verdienen. Ze zei dat ik 'een object' moest bewaken, een nacht, en ik vroeg wat dat dan was, 'een object', en ze vertelde dat ze in de organisatie zat van een festival in het Sloterpark, geen groot festival, een dagje met wereldmuziek. We bouwen het podium op zaterdag op, zei ze, en op zondag is het festival. En in de nacht van zaterdag op zondag moet het podium bewaakt worden, zei ze, en ik dacht daarbij aan jou.
Dus het object is een podium, zei ik.
Het object is een podium. In het park.
Ik zei dat ik dat wel wilde.