Annemarie Doddel
Ofschoon heer Bommel in het verhaal ‘Heer Bommel en de betoverde prinses’ (1949) heel even verloofd is met de dominante Berta, prinses van Barre, en in ‘Tom Poes en de doffe Doffer’ (1954) liefdesgedichten schrijft voor Héloïse van Barneveldt, het nichtje van de markies, is zijn buurvrouw Annemarie Doddel, door hem liefkozend Doddeltje genoemd, zijn grote liefde. Zij komt pas betrekkelijk laat in beeld, namelijk in 1958 in het verhaal ‘Tom Poes en de kiekvogel’, en is trouwens de enige dame in het gezelschap van vaste personages. Op de oudste tekeningen ziet ze eruit als een schattig hondje, later begint ze steeds meer op Tom Poes te lijken en uiteindelijk vertoont haar gezicht enige gelijkenis met dat van Toonders vrouw Phiny Dick. Het duurt tot het allerlaatste verhaal, ‘Heer Bommel en het einde van eindeloos’ (1985-1986), voordat zij elkaar het ja-woord geven.