Dirck Volkertsz. Coornhert

De uit een welgesteld Amsterdams koopmansgezin afkomstige Coornhert geldt als één van de grote humanistische denkers van de zestiende eeuw. In een tijd die wordt gekenmerkt door hevige godsdiensttwisten is Coornhert een pleitbezorger voor verdraagzaamheid. Die houding wordt hem door de strijdende partijen niet altijd in dank afgenomen. Veel van zijn werk ontstaat noodgedwongen in den vreemde. Zijn Zedekunst dat is wellevenskunste is de eerste Europese ethica geschreven in een landstaal.

 

Opleiding en carrière

Dirck Coornhert groeit op als jongste zoon in een welgesteld katholiek gezin; zijn vader is een vermogend lakenkoopman. Al op jonge leeftijd maakt hij een reis naar Spanje en Portugal. Eenmaal terug trouwt hij tegen de zin van zijn ouders met de twaalf jaar oudere Neeltje Simonsdochter uit Haarlem. Coornhert wordt onterfd. Aanvankelijk voorziet hij in zijn levensonderhoud als hofmeester op het kasteel Batestein in Vianen. Daar leest hij de werken van Luther en Calvijn. Met name het Calvinistische idee van de predestinatie stuit hem tegen de borst. Vanaf 1540 is Coornhert werkzaam als graveur in Haarlem. In 1561 wordt hij stadssecretaris van die stad, door die positie raakt hij betrokken bij de Opstand en leert Willem van Oranje kennen. In 1567 wordt hij gevangen gezet in de Gevangenpoort in Den Haag, daarna leeft hij vier jaar in ballingschap in Duitsland. In 1572 wordt hij secretaris van de Staten van Holland, na een conflict met geuzenadmiraal Lumey wijkt hij opnieuw uit naar Duitsland. Daar is hij wederom werkzaam als graveur, één van zijn leerlingen is Goltzius. Na de Pacificatie van Gent (1576) keert Coornhert terug naar Haarlem, waar hij zich vestigt als notaris. Zijn belangrijkste werk ontstaat tijdens de laatste tien jaar van zijn leven. Na een nieuwe, korte periode van ballingschap sterft hij in 1590 in Gouda, waar hij ook wordt begraven.

 

Werk

Coornherts belangrijkste literaire werken zijn de Comedie van lief en leedt en De comedie vandeblinde voor Jericho. Een aantal van zijn gedichten wordt opgenomen in het Geuzenliedboek. In 1575 verschijnt Coornherts Liedboeck, in 1582 aangevuld met een Bijvoegesel. Verweg het belangrijkste zijn z’n geschriften op moralistisch gebied. Hij pleit voor de verdieping van zelfkennis en – inzicht, hij ziet de mens als een vrij wezen, die zelf in staat is op allerlei gebied zijn grenzen te bepalen. De strijd voor tolerantie zag hij als de belangrijkste van zijn leven. Hij was een voorstander van de scheiding tussen kerk en staat; kortom: munitie genoeg voor zijn tegenstanders, die hem dan ook zijn levenlang om zijn humanistische opvattingen bestreden hebben. In zijn hoofdwerk Zedekunst dat is wellevenskunste (1585) niet zozeer geschreven voor geleerden, dan wel voor alle geïnteresseerde burgers, geeft hij de weg aan hoe de mens de staat van deugdzaamheid kan bereiken. In tegenstelling tot veel tijdgenoten ontleent Coornhert geen argumenten aan de bijbel, maar probeert hij door een ‘redelijke’ argumentatie de lezer te overtuigen. Aan het eind van zijn leven werkt hij nog aan geschrift over tolerantie en predestinatie, maar dat kan hij niet meer afronden.

Levensspreuken

Van Coornhert zijn twee levensspreuken overgeleverd. Verkiezen doet verliezen is wel heel persoonlijk in het licht van Coornherts onterving na zijn huwelijk met een vrouw die zijn ouders niet geschikt vonden. Maar ruimer gezien betekent het dat het alleen maar najagen van genoegens, onrust in je leven brengt. Zijn tweede levensspreuk Weet of rust ligt in het verlengde. Een mens met zelfkennis weet wat hij nodig heeft en moet al het andere laten rusten. Een welhaast Socratische houding die haaks stond op het soms blinde godsvertrouwen bij de twistende katholieke en protestantse partijen. Coornherts mensbeeld is optimistisch, hij gaat in alles uit van de vrije wil en niet van Gods voorbeschikking.

 

Reputatie

Tijdens zijn gevangenschap in de Haagse gevangenpoort schrijft Coornhert zijn Boeventucht, een beschouwing over de oorzaken van criminaliteit en een zinvolle manier van strafoplegging. Met die ideeën was Coornhert zijn tijd ver vooruit. Het strafrecht moest niet gebaseerd zijn op wraak of vergelding, maar op rationele overwegingen. Coornherts betoog had wel invloed: de wreedste lijfstraffen werden, zij het zeer geleidelijk, iets milder en gevangenen mochten in gevangenissen en rasphuizen ook nuttige taken en werkzaamheden vervullen. De in 1971 opgerichte Coornhert – Liga is naar Dirck Coornhert vernoemd en zette zich lange tijd in voor strafrechthervorming. In het Crimineel Jaarboek van de Liga worden de belangrijkste ontwikkelingen beschreven. Sinds de eeuwwisseling lijkt de Coornhert-Liga een slapend bestaan te leiden.

 

Links

www.humanistischecanon.nl

www.dbnl.org