Maar liefst 28 mappen, verdeeld over twee dozen, zijn nodig voor het manuscript van De Grote Vloed van Sjoerd Kuyper, naar eigen zeggen zijn laatste grote jeugdroman. Het gaat dan ook om tientallen verschillende versies – met en zonder kabouters – van zijn post-apocalyptische verhaal, waarin werkelijk alle rampen die de planeet en haar bewoners kunnen teisteren, voorbijkomen.
Dat klinkt loodzwaar, ‘maar het wordt een hilarisch boek’, staat in een van de notities. Mede dankzij toevoeging van die kabouters dus. ‘Wanneer is mijn deadline?’ vraagt Kuyper zijn uitgever nog op 3 maart 2024. Al voor de zomer ligt het boek in de winkel.
En niet lang daarna mogen de stapels papier die samen het manuscript van De Grote Vloed vormen zich bij de rest van de Kuyper-collectie in het Literatuurmuseum voegen. Tot vreugde van het museum en tot opluchting van Kuyper. ‘Als ik alles zelf zou willen opslaan, had ik een extra huis nodig,’ zegt de schrijver. ‘Dat zou ik misschien kunnen laten bouwen als ik al mijn typoscripten zou verkopen, maar wat moet ik dan met dat huis.’
