In oktober schonk illustrator Patsy Backx (1944) haar gehele oeuvre aan het Literatuurmuseum. Uitgeefster Jenny de Jonge merkt haar werk in 1990 op als ze langs de zijgevel van de Hema aan de Amsterdamse Nieuwendijk loopt. In zogenaamde ‘kijkkasten’, een initiatief van kunstenaar en schrijver Albert Blitz, zijn op dat moment zestien stripachtige illustraties van Backx te zien.
In opdracht van de Jonge illustreert ze enkele vertaalde jeugdromans, waaronder De hemel valt (1991) en Een handvol tijd (1993) van Kit Pearson. Op vijftigjarige leeftijd debuteert Backx met haar eerste eigen prentenboek Stippie en Jan (1993) en sleept meteen drie prijzen in de wacht.
Vlotte pennenstreken en zachte aquareltinten maken haar werk herkenbaar. Deze winterse plaatjes komen uit Backx’ tweede prentenboek Fientje, een wintersprookje (1994). Momenteel werkt ze aan het Andersen-sprookje De sneeuwkoningin. Hiervoor zit ze regelmatig op een bankje in de Jordaan, met een schetsblok op schoot, om inspiratie op te doen.
