Nadat de stekker in het stopcontact wordt gestoken, klinkt er een enthousiast ‘oooh’ door het kantoor van het Literatuurmuseum. Plotseling smeult er een vuurtje in de openhaard, brandt er een tiffanylamp en is er licht boven de eettafel. Ze verlichten een wirwar van poppetjes, katten, rondslingerende boekjes, gebakjes, porselein en een kaartspel.
Tonke Dragt hield van poppenhuizen. Ze had er meerdere in huis staan en knutselde tot op hoge leeftijd aan nieuwe meubeltjes. Voor liefhebbers zitten er kleine easter eggs in verstopt: er staat een portretfoto van Dragt in de kast, op tafel liggen De brief voor de koning en Geheimen van het Wilde Woud in de uitvoering van Annemarie van Haeringen, en in sommige boekjes lijkt ze verwijzingen naar – en zelfs voortzettingen van – haar andere boeken te hebben gekrabbeld in een piepklein handschrift.
Het poppenhuis vormt een verlengstuk van haar oeuvre, en kwam daarom met haar literaire nalatenschap mee naar het museum.
