Terug Online exposities Zoeken

Bart Chabot

(1954)
De opvallendste eigenschap van Bart Chabot laat zich op een portret niet vastleggen: de rusteloosheid. Aanstekelijk vrolijk, gejaagd, enthousiasmerend: Chabot brengt energie waar hij komt, of dat nu in zijn eentje is of met Campert of Giphart, en of dat nu op een school is, in een theater of op tv. Zijn gedichten profiteren zeer van de voordracht; maar in zijn proza pakt hij wat vaker zijn rust.
De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Bart Chabot. Gemaakt door: Marcello en Els
Vervaardigd 1995
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 100 x 70 cm

Bart Chabot

door Marcello en Els (1954 en 1952)

Het Haagse kunstenaarsechtpaar Marcello & Els portretteerde Bart Chabot in opdracht van de Haagse Courant, in een serie van ‘20 bekende Hagenezen’. Ze kenden Chabot al langer uit de Haagse rockscene. Sinds de jaren tachtig maakten ze de tourshirts voor bands als The Golden Earring, Gruppo Sportivo, Urban Heroes en niet te vergeten Herman Brood, met wie Bart Chabot intens bevriend was en ook theatertours deed. Zijn grote bril, én lach verbeelden hem.

Vanaf midden jaren negentig schreef Chabot meerdere biografische boeken over Herman Brood, een reeks die hij na de tragische dood van Nederlands bekende ‘rock-’n-roll junkie’ afsloot met Up on the Hilton Roof. De vierdelige biografie werd zijn literaire doorbraak.

Bart Chabot debuteerde met poëzie in de jaren tachtig – hij trad als jonge punkdichter onder meer op met Jules Deelder – en schreef sindsdien een groot aantal dichtbundels. Zijn duistere en humoristische romans Triggerhappy (2013) en Easy Street (2016) staan in de traditie van de murder ballad, waarmee Chabot ook als romanschrijver de rock-’n-roll eer betoont.

De onderschildering op dit portret is een airbrush. In 1992 hadden de kunstenaars net hun ‘schildermachine’ gekocht: een voorloper van de digitale printer. De foto van Chabot namen ze zelf en Els schilderde op de ondergrond verder. Die techniek is nu volledig geaccepteerd, maar toen nog helemaal niet. Dat kunstenaars zich van een spuitrobot bedienden ontlokte het nodige commentaar. Ze werkten in die jaren weleens samen met Chabot. Hij verzon de slogan ‘ongezond lekker’ voor hun ‘Den Hagelslag’ bij het 750-jarig bestaan van Den Haag (de chocoladehagel is nog altijd te koop) en schreef de inleiding bij hun tentoonstelling ‘Very Important Portraits’.

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Bart Chabot - Say Cheese. Gemaakt door: Robert Vlug
Vervaardigd 1998
Techniek Acrylverf op doek
Afmetingen 91 x 90 cm

Bart Chabot - Say Cheese

door Robert Vlug (1976)

‘Ze vinden me de schreeuwdichter, banaal, beslist niet literair verantwoord. Als ik op een boekenmarkt of iets dergelijks een criticus tegenkom, krijg ik niet eens een hand,’ aldus Bart Chabot. En in zijn Greatest Hits is te lezen: ‘Ik hou niet van theater / Ik hou van echt / probleem is: / alleen in het theater ben ik echt’.

Chabot begon als podiumdichter en schreef, lang voor hij debuteerde als romanschrijver, veel over muziek en over zijn vriendschap met muzikant en kunstenaar Herman Brood. In de jaren 1998-2000 toerde hij met hem en Jules Deelder als de drie vergeten apostelen met de voorstelling Apocrief. Chabot publiceerde er in 2002 Brood en spelen over. Een jaar na de tour zou Brood in Amsterdam van het Hilton springen.

Hun literair variété was ‘anti-theater’, volgens Joost Zwagerman. ‘Brood besefte vermoedelijk dat hij na Apocrief nergens meer toe in staat zou zijn. Daarom ook wilde hij dat de tournee legendarisch zou worden als onnavolgbare wanprestatie; als grensverleggende theaternachtmerrie. Nog één keer schitteren en schmieren op het podium. Maar ook: nog één keer zonder enige concessie de antiheld spelen, en zichzelf in een soort programmatische schaamteloosheid tentoonstellen.’

Hoe kwam dit portret tot stand? Chabot weet het niet meer, ‘alleen dat het ergens buiten was’. Kunstenaar Robert Vlug weet het nog wel. Hij was door Brood uitgenodigd voor Apocrief: ‘Hij en Chabot zouden na de voorstelling naar mijn atelier komen. Maar op een of andere manier kwam Herman niet (zal wel een beetje ‘moe’ geweest zijn). Bart was ook niet makkelijk te portretteren, want die ouwehoerde alleen maar bij het maken van de foto's en stilstaan kon hij ook al niet.’ Veel later volgde een portret van Brood: ‘Nadat Brood was gesprongen heb ik nooit meer een portret gemaakt’.