Terug Online exposities Zoeken

Dirk Verèl

(1892-1971)
Wat kon Dirk Verèl niet? Volgens de schrijver A. Marja was de dichter, toneelschrijver, regisseur, kunstschilder en maskermaker ‘een Michelangelo in zakformaat’, De Ploeg-schilder Johan Dijkstra zei: ‘De schrijver kon alles: boetseren, schilderen (bijbelse voorstellingen met veel manufacturen volgens Georg), dichten, schrijven, een echte doe-het-zelver, hij sneed zich zelfs een nieuw costuum. Later verzorgde hij hoorspelen voor de radio. Men kende zijn stukken er direct uit, altijd een wat ethische snit.’
De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Dirk Verèl . Gemaakt door: Hendrik de   Vries
Vervaardigd circa 1930
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 65 x 55 cm

Dirk Verèl

door Hendrik de Vries (1896-1989)

In de zomer van 2000 doet de Groningse kunsthandelaar Cees Hofsteenge een bijzondere ontdekking. Op een zolder, onder een dikke laag stof, stuit hij op een omvangrijke collectie vooroorlogse schilderijen van Hendrik de Vries, de bekende dichter die tevens begenadigd schilder en tekenaar was. Duidelijk wordt dat De Vries als beeldend kunstenaar veelzijdiger was dan altijd werd gedacht en dat hij naast zijn fantasierijke werken wel degelijk ook stadsgezichten, landschappen en portretten schilderde.

Een van de opgedoken werken is het portret dat De Vries maakte van Dirk Verèl, over wie hij ooit opmerkte: ‘Er is, meen ik, geen enkele der schone kunsten, of het moest al de film zijn, die hij niet, zij het als het ware in het voorbijgaan, heeft beoefend.’ Overigens zou Verèl in 1947 het scenario en de regie van Het Gronings Verzet 1940-1945 verzorgen.

Verèl woonde sinds 1922 in Groningen, waar hij niet alleen doceerde aan de Kweekschool met den Bijbel, maar ook actief was in het culturele leven. Hij stond in contact met kunstenaars van De Ploeg, waartoe ook De Vries behoorde, en hij organiseerde artistieke avonden die bekend stonden als 'literaire salon Op ’t Nippertje’, waaraan naast De Vries ook schrijvers als Max Dendermonde, Sjoerd Leiker en Ab Visser deelnamen. Later, in 1935, zouden Verèl en De Vries met Jan H. Eekhout en Bert Nuver korte tijd het literaire tijdschrift Het Venster voortzetten.

De door Hofsteenge gevonden portretten door De Vries zijn heel precies geschilderd, realistisch, gedetailleerd en in een bruinige toon gehouden, met een ietwat vervreemdend effect, zo merkt W.R.H. Koops op in een artikel over de vondst. Dankzij Kunsthandel Hofsteenge was het museum in staat dit portret aan te schaffen, waardoor De Vries niet alleen als dichter, maar ook als schilder in de collectie is vertegenwoordigd.