Terug Online exposities Zoeken

Thérèse Cornips

(1926-2016)

Thérèse Cornips werkte ooit als beeldend kunstenaar, was jarenlang de geliefde van dichter Chris J. van Geel (en – in haar eigen woorden - zijn ‘tuttelares’), maar haar naam is toch vooral verbonden aan Marcel Prousts monumentale À la recherche du temps perdu. Ruim veertig jaar van haar leven wijdde ze aan het vertalen van deze ruim 1,3 miljoen woorden tellende romancyclus.

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van  Anneke Brassinga en Thérèse Cornips. Gemaakt door: Jopie Roosenburg-Goudriaan
Vervaardigd circa 1990
Techniek Olieverf op paneel
Afmetingen 38,5 x 55 cm

Anneke Brassinga en Thérèse Cornips

door Jopie Roosenburg-Goudriaan (1913-1996)

Verlangend naar groen, stilte en een grote tuin kocht Thérèse Cornips begin jaren zeventig een boerderij in het Waalse Renouprez, onder Maastricht. Daar woonde ze van het vroege voorjaar tot de winter en omringde zich met dichters, schrijvers en schilders. Ze vertelt er uitgebreid over in haar door Guus Middag opgetekende herinneringen Met een bevroren jas en een geleend tientje. In en om de boerderij is veel tot stand gekomen. Hans Bayens maakte bijvoorbeeld ook een schilderij van de hier afgebeelde werktafel.

Cornips was goed bevriend met schilder Jopie Roosenburg-Goudriaan, de maker van dit dubbelportret, en haar man, beeldhouder Teun Roosenburg, die sinds 1942 in Limburg woonden. Cornips liet haar post bij dit echtpaar bezorgen, zodat haar vrienden met een binnenlandse postzegel toekonden.

Zoals zoveel vrienden logeerde Anneke Brassinga een paar maal per jaar in Cornips’ stalhuis. De dichter die in 2015 de P.C. Hooft-prijs zou krijgen voor haar poëzie, zei ooit over Cornips: ‘Over de techniek van het dichten heeft zij me meer bijgebracht dan wie ook, wat betreft mijn eigen werk.’

Brassinga kan zich nog herinneren hoe dit portret ontstond: ‘Op een zomermiddag kwamen Teun en Jopie, allebei met een ezel en verf naar Thérèses boerderij. We hebben toen geposeerd door gewoon de hele middag te zitten waar we zo vaak zaten, aan haar werktafel, vis-à-vis.’ Tijdens het poseren spraken Cornips en Brassinga – die net als Cornips een heel goede vertaler is - over van alles. Uiteraard ook over Marcel Proust, aan wiens onvertaalbaar verklaarde romancyclus À la recherche du temps perdu Cornips toen nog volop werkte. Ze zou in 1999 de Martinus Nijhoff Vertaalprijs krijgen voor deze titanenklus.