Barber van de Pol
(1944)Barber van de Pol
door Oscar de Wit (1935)Barber van de Pol poseerde in het atelier van haar goede vriend Oscar de Wit, die haar portret schilderde op haar verzoek. De twee kennen elkaar sinds midden jaren tachtig. Ze deelden een belangstelling voor surreële en absurdistische kunst en literatuur en bezochten samen concerten en theatervoorstellingen. De Wit was even na de publicatie van zijn boek Met koele obsessie (1979, bekroond met de Van der Hoogt-prijs) in Amsterdam teruggekeerd, na jarenlang verblijf in Parijs. Daar behoorde hij tot de informele ‘groupe Panique’, met kunstenaars als Roland Topor, Fernando Arrabal en Alejandro Jodorowski. ‘Met hen deel ik een absurdistische kijk op de werkelijkheid,’ aldus De Wit. ‘Oorlogservaringen hebben vrijwel alle “leden” van Panique getekend. Ik beschouw de wereld als een gekkenhuis en zoek een antidotum in haar schoonheid en die tref ik vooral bij vrouwen en landschappen.’ Weinig surrealisme in dit schilderij, wel een spoor van oorlog: ‘De krant op het tafeltje verwijst naar de oorlog in Irak, een klein tijdsmoment. Ik beperk anekdotiek zoveel mogelijk, maar kunst gaat over mensen uit een bepaalde tijd,’ aldus De Wit.
In een portret wil De Wit een persoon zo levend mogelijk uitdrukken. Volgens Aleid Truijens – die in 2010 schreef over de opening van de portretgalerij in het Literatuurmuseum – is dat gelukt, ze noemde het schilderij van Van de Pol het meest levendige.