Brian Elstak
(1980)
Zelfportret
door Brian Elstak (1980)Voor dit zelfportret had hij alleen een pasfoto nodig, ‘het Spiderman-masker kan ik dromen’. Hiphop, comics, Marvel: dat zijn de vroegste inspiratiebronnen voor Brian Elstak en daar kwamen later kunstenaars bij als Jean-Michel Basquiat en Keith Haring, en ook het Surinaamse cultuurgoed, zoals de spin Anansi met zijn vrouw Akuba en hun elf kinderen.
Fel, luid, veelkleurig, spectaculair: de beeldtaal van Elstak springt van het papier en het doek. Hij samplet een veelheid aan bronnen, en dat levert boeken op vol superheldenverhalen, verteld in een hoog tempo: met Karin Amatmoekrim schreef hij Tori (2017), en met Esther Duysker schreef hij Trobi (2018). Die boeken zijn gebaseerd op de verhalen die hij aan zijn eigen drie kinderen vertelde, spannende avonturen vol geweld en wijze lessen, waarin de ‘dappere mensenkinderen’ het tegen boze krachten moeten opnemen, gewapend met een schild, een tijgerklauw, maar vooral ook: een potloodzwaard. De verbeelding vecht mee aan de kant van de kinderen.
Tori levert Elstak lovende reacties op, voor zijn illustraties in heldere lijnen en felle kleuren krijgt hij een Zilveren Penseel. ‘Elstak is niet de man van terughoudendheid en gestileerdheid maar laat zijn penselen en potloden het werk doen, alsof hij tegen ze zegt: ‘‘Ga je gang.’’ Het levert een krachtig en bijzonder boek op,’ aldus de jury. In 2021 illustreerde hij, samen met Hedy Tjin, Lennox en de gouden sikkel, het debuut van Zindzi Zevenbergen.
Elstak portretteerde ook Karin Amatmoekrim en Esther Duysker, hij vindt hen ‘superhelden’. Net als de boeken Tori en Trobi zijn de drie portretten stoer, trots, fel.
