E.J. van Lidth de Jeude
(1890-1932)Het leven is een kunst, en deze kunst verstond jonkheer Eef (Everhardus) van Lidth de Jeude maar al te goed. Hij ‘begaf zich op bescheiden letterkundige paden, maar dankzij zijn grote beminnelijkheid en enthousiasme, geholpen door een even grote liefde voor de alcohol, onderhield de jonggestorven Hagenaar toch warme contacten met de belangrijke schrijvers van zijn tijd,’ schrijft Stefan van den Bossche over deze ‘literaire randfiguur’.
E.J. van Lidth de Jeude
door Jan Fekkes (1885-1933)Aanvankelijk wil hij historicus worden, toch kiest E.J. van Lidth de Jeude voor een officiersopleiding. Als in 1914 de Eerste Wereldoorlog begint, wordt hij gemobiliseerd. Hij schrijft korte verhalen en eenakters en raakt bevriend met schrijvers als J.C. Bloem, Herman Gorter en A. Roland Holst; J. Greshoff zag hij rond 1916 zelfs dagelijks in Laren.
Mogelijk leert hij hier ook etser, lithograaf en schilder Johannes Hendrikus Fekkes - die zich zowel Joop als Jan noemde - kennen, die na in Amsterdam gewoond en gewerkt te hebben in 1915 naar Laren verhuist. Fekkes heeft het financieel zwaar, maar wordt door verschillende sponsors geholpen. Ook door Van Lidth de Jeude, die voor 10 gulden een lithografie van hem koopt en hem dit portret laat maken.
Van Lidth de Jeude komt via Bloem najaar 1916 bij De Telegraaf terecht en een jaar later breekt hij door als zijn verhaal ‘De oude zeven’ wordt opgenomen in Nederland, twee jaar later wordt hij hoofdredacteur van dit literair maandblad. De rest van zijn leven is hij verbonden aan diverse kranten en bladen en daarnaast schrijft hij, soms onder pseudoniem. Vooral om zijn, vaak humoristische, short stories wordt hij geroemd en Greshoff moedigt hem dan ook diverse malen aan zijn verhalen in boekvorm te bundelen, maar volgens hem was de schrijver ‘zoo geheel vrij van eerzucht en ijdelheid, dat hem dit een even nuttelooze als pijnlijke moeite leek’. Ook Fekkes toont weinig ambitie, hij is ‘een stille in den lande’, schrijft De Telegraaf over hem: ‘elleboogenergie was dezen eenzaamgaanden kunstenaar vreemd. Hij nam slechts aan enkele exposities deel’. In 1932 overlijdt Van Lidth de Jeude op 42-jarige leeftijd aan de gevolgen van een beroerte. Een klein jaar later sterft Fekkes, hij werd slechts achtenveertig.