Geert van Beek
(1920-2001)Een doorbraak bij het grote publiek heeft Geert van Beek niet weten te bewerkstelligen – zijn werk werd wel gewaardeerd, maar misschien was het net te onvoorspelbaar en idiosyncratisch om breed opgepikt te worden. Maar van zijn realistische verhalen over een verzuilde jeugd tot de surrealistische kijk op de moderne wereld was Van Beek altijd eigenzinnig.
Geert van Beek
door Wim van de Voort (1942-2017)In 1952 debuteert Geert van Beek in het literaire tijdschrift Roeping met ‘De ballon’, een kort verhaal over zijn traditionele katholieke opvoeding. Van Beek was docent in het voortgezet onderwijs en publiceerde een klein, maar gewaardeerd oeuvre. Zo ontving hij in 1968 de Vijverbergprijs voor zijn roman De steek van een schorpioen.
Vanaf 1960 nam Van Beek afstand van het katholicisme. Hij was medewerker van het progressief katholieke tijdschrift Raam, de opvolger van Roeping, dat onder redactie stond van Cornelis Verhoeven. De maker van dit portret, schilder en tekenaar Wim van de Voort, stond ook in nauw contact met Verhoeven, en alle drie woonden in Den Bosch. Hoewel ze elkaar diverse keren troffen op feesten bij Verhoeven thuis, waren Van Beek en Van de Voort niet bevriend.
Toen dit portret in het museum terechtkwam, was Geert van Beek al enkele jaren overleden. Zijn weduwe Anne van Beek-Bos vertelt hoe het schilderij tot stand kwam: ‘In 1982 werd het portret geschilderd door Wim van de Voort, een getalenteerd man, die in Den Bosch ons op straat ooit volgde, Geert na vele straten staande hield en zei: “U bent toch Geert van Beek”, en zonder de overbodige bevestiging af te wachten: “Ik wil u graag schilderen”. Mijn geheugen weet nog hoe Geert rustig zei: “Toch niet hic et nunc, hè?”’