Jac. van Looy
(1855-1930)Zelfportret
door Jac. van Looy 1855-1930‘Hij is zeer geschikt, een klein rond ventje, een beertje dat in de verf gevallen is: hij zit altijd vol verf. Een openhartige naïeve vent, gunstig afstekend bij vele Nieuwe Gids-mannen,’ schreef Herman Gorter over Jac. van Looy, een van Nederlands bekendste dubbeltalenten. Vele malen schilderde Van Looy zichzelf: met cape, met sigaret, met hoed. Dit is echter het enige zelfportret dat hij niet simpelweg zelfportret noemde, maar een titel meegaf: ‘’t Dresdener petje’. Waarom?
Bekend is dat Van Looy samen met zijn vrouw Titia met vriend Frans Mijnssen in september 1911 een tiendaagse reis maakte naar Dresden. Heeft hij toen het hier afgebeelde petje gekocht? Het portret is afkomstig uit de nalatenschap van Mijnssen. Zou Van Looy het aan hem hebben gegeven als aandenken aan de reis? Heeft hij zijn dankbaarheid in verf willen uitdrukken? En dat voor de schilder-schrijver die erom bekendstond met woorden te schilderen.
Als schrijver wilde Van Looy, net als tijdgenoten als Herman Gorter en Lodewijk van Deyssel, de werkelijkheid zo raak mogelijk te treffen. Wat de Franse impressionistische schilders met verf deden, probeerde hij met woorden te bereiken. Steeds zocht hij naar de juiste bijvoeglijke naamwoorden om precies die ene sfeer, dat ene gevoel uit te drukken. En als die niet toereikend bleken, bedacht hij nieuwe woorden of vervormde hij de traditionele zinsbouw. En net als impressionistische schilderijen is zijn literaire werk vaak schetsmatig en fragmentarisch.
Tot Van Looys bekendste literaire werk behoort de deels autobiografische cyclus Jaapje, Jaap, Jakob, waarin hij zijn jeugd in het Haarlems weeshuis beschrijft. Tegenwoordig is in dit weeshuis het Frans Hals Museum gevestigd. In maart 2019 schonk Stichting Jacobus van Looy dit museum zeventig schilderijen en 597 tekeningen van Van Looy.