Karel Glastra van Loon
(1962-2005)Karel Glastra van Loon
door Frits Woudstra (1956)‘De Passievrucht, c'est moi,’ zei Karel Glastra van Loon in 2005 in een interview. ‘Het zit tjokvol met mezelf. Je hoeft alleen het verhaallijntje maar weg te denken. Het is mijn manier van in de wereld kijken, het zijn mijn angsten, mijn verlangens. Het is mijn worsteling met autoriteiten, met waarheid en leugen.’
Hij was een sterk geëngageerd schrijver en journalist, en veel van zijn non-fictieboeken hadden een grote maatschappelijke lading. Voor De Onzichtbaren uit 2003 reisde hij met zijn jonge gezin naar het grensgebied tussen Birma (Myanmar) en Thailand. Het is een vroege reportage over de Karen-vluchtelingen en hij is onder de indruk van de zichtbare gruwelen: ‘Letterlijk honderden mensen missen ledematen, of delen van ledematen, zijn blind of doof of anderszins verminkt geraakt door mijnexplosies, mortiervuur of marteling.’
Hij bleef geloven in het goede: ‘Toch is er die schoonheid, die voor de buitenstaander in eerste instantie welhaast ongepast lijkt, misplaatst, alsof een plek als deze niet mooi mag zijn, alsof mensen in omstandigheden als deze niet zo fier en trots in het leven mogen staan als de Karen in kamp Mae La.’
Glastra van Loon zette zich in voor de Socialistische Partij en voor de beweging Stop De Uitverkoop Van De Beschaving. ‘Ja, het is eigen belang, maar het valt samen met een maatschappelijk belang: ik wil mij verbonden voelen. Met mensen, met dieren, met dingen, met het grote, niet te vatten Iets wat op mij let en om mij glimlacht.’
Frits Woudstra maakte dit portret in 2005, het jaar dat de schrijver op 42-jarige leeftijd overleed aan een hersentumor. Over zijn ziekte schreef Glastra van Loom in zijn column in Margriet. Zijn weduwe Karin Kuiper schreef over haar verwerking en over haar leven als plotseling solo-ouder: Je mag mij altijd bellen. 1001 dagen van rouw.