Manuel van Loggem
(1916-1998)Zelfportret
door Manuel van Loggem (1916-1998)‘Sinds de Tweede Wereldoorlog beweegt een kleine vriendelijke man zich bijna geruisloos door de wereld van de Nederlandse letteren, en slechts weinigen zullen zoveel verschillende literaire genres hebben beoefend als hij,’ schrijft De Telegraaf in 1983 over Manuel van Loggem. De krant geeft tevens een beschrijving van de literaire duizendpoot: ‘rond, kaal denkershoofd, bruine ogen die qua-onnozel kunnen kijken als hij dat nodig vindt’. Op moment van schrijven is Van Loggem 67 jaar en begeeft hij zich voor het eerst op het terrein van de detectiveroman.
Van Loggem heeft inderdaad nogal wat literaire genres beoefend. Hij schreef gedichten en liedjes, diverse romans en novellen, hoorspelen en toneelstukken, essays en ook enkele kinderboeken. Zijn novelle Insecten in plastic, het Boekenweekgeschenk van 1952, geldt als eerste Nederlandse sciencefictionwerk (‘toekomstfantasie’) en zijn belangstelling voor dit genre blijkt ook uit het feit dat hij oprichter en redacteur was van het sf-maandblad Morgen. Daarnaast was hij redacteur van Sextant, het maandblad van De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Daar is het nog niet mee gedaan: Van Loggem had een handschriftkundige praktijk, was psycholoog – ‘Er was een soort behoefte bij me om mijn schrijverschap een onderbouwing te geven’ –, vertaalde en doceerde dramaturgie en was bovendien een niet onverdienstelijk fotograaf. Zijn portretten van collega-schrijvers als Simon Vinkenoog en Jan Wolkers zijn ondergebracht bij het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.
En hij schilderde dus, blijkens dit zelfportret waarop we een schilderij met zijn afbeelding aan de wand zien hangen. Wie de vier afgebeelde kaartspelers zijn is niet bekend. Mogelijk is een van hen zijn vrouw Sera Anstadt, therapeute en schrijfster van Een eigen plek. Verhalen uit een opgejaagde jeugd.