Mensje van Keulen
(1946)‘Hij aaide haar over haar saaie haar’ – volgens de Volkskrant de mooiste zin van 2018, en niet alleen vanwege ritme, herhaling en perspectief, maar ook omdat de jaloezie zo scherp overkomt. Hij stond in Neerslag van een huwelijk, de tweede bewerking die Mensje van Keulen maakte van haar dagboeken uit het eind van de jaren zeventig. Logisch dat ze meestal geen dikke boeken schrijft: in haar verhalenbundels, romans, dichtbundels en kinderboeken gaat ze stilistisch al even genadeloos efficiënt te werk.
Mensje van Keulen
door Lia Laimböck (1956)Lia Laimböck is naar eigen zeggen geen portretschilder. Ze is een beeldend kunstenaar en portretten maken is iets wat ze erbij doet. Voor haar moet een portret moeiteloos passen in haar oeuvre, in zekere zin vrij werk zijn. Eigenlijk kan ze alleen iemand portretteren ‘mits haar hart uitbundig klopt’ voor die persoon. De portretten maakte ze dan ook stuk voor stuk van schrijvers wier werk ze hartstochtelijk heeft gelezen. Dat geldt voor Maarten Biesheuvel, Maarten ’t Hart en ook voor Mensje van Keulen. Laimböck wil met een sobere setting een werk creëren dat pakkend en geloofwaardig is.
En in het geval van Van Keulen treft ze daarmee ook de geest van de schrijver. Vanaf het eerste begin is de kritiek enthousiast over de bedrieglijke eenvoud van Van Keulens verhalen en haar subtiele stijl. ‘Dit is het’, schreef K.L. Poll als ze in 1972 debuteert met Bleekers zomer. ‘Niet omdat ik verdoofd was, integendeel, eerder een gevoel van vergrote concentratie. De beelden in mijn omgeving kwamen scherper door.’ In haar romandebuut vertelt Van Keulen het tragikomische verhaal van een man met obstipatie die nog wat van zijn leven wil maken voor het te laat is. Ook in haar latere werk kiest ze vaak de kant van de zogenaamde verliezers, antihelden, volkse personages; kwetsbare mensen die niet kunnen ontsnappen aan hun bestaan.
Als Van Keulen in 2014 de Constantijn Huygens-prijs krijgt voor haar hele oeuvre, zegt de jury: ‘Al haar verhalen zijn met precisie en fijnzinnigheid gecomponeerd, ogenschijnlijk zijn ze gewoon en alledaags, maar de typische Mensje-van-Keulenverbeelding geeft er steevast een verrassende lading of onverwachte wending aan.’