Zoeken

Nellie van Kol

(1851-1930)

Pedagoge Nellie van Kol, geboren Porreij, was van groot belang voor de ontwikkeling van de Nederlandse kinderliteratuur. Ze legde zich toe op goede en betaalbare lectuur voor de arbeidersjeugd. ‘Ik moet werken voor degenen die geen dure boeken kopen kunnen.’ In totaal zorgde ze voor de uitgave van zo’n honderd goedkope edities met sprookjes, mythen en sagen, Bijbelverhalen, maar ook titels als Wat Leo Tolstoy aan kinderen vertelt. Met de ‘vertelsels van Mevrouw van Kol’ en de ‘Groote vertelselboeken’ werd haar naam een begrip in Nederland.

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Nellie van Kol . Gemaakt door: C.A.F.
Vervaardigd 1931
Techniek Olieverf op doek
Afmetingen 50 x 40 cm

Nellie van Kol

door C.A.F. (leefjaren onbekend)

Nellie van Kol begon haar carrière als onderwijzeres en gouvernante. Ze trouwde in Nederlands-Indië met Henri van Kol, die in 1897 in Nederland Tweede Kamerlid zou worden voor de SDAP. Ze publiceerde over de koloniale samenleving, de posite van vrouwen en over opvoeding in Soerabaja’s Handelsblad en in tal van socialistische en later christelijke bladen. In 1892 kwam het gezin terug naar Europa en vestigde zich aanvankelijk in België. Van Kol werd voorzitster van de Union pour la Solidarité des Femmes en mede-oprichtster van de Hollandsch-Vlaamsche Vrouwenbond, dat onder haar redactie het tijdschrift De Vrouw uitgaf, waaraan ze zelf ook controversiële, feministische bijdragen leverde. In 1899 verhuisde ze naar Nederland.

‘Ja, wat zullen ze lezen, de kinderen?.... Soms, als ik erg gedrukt ben onder de veelheid, de eentonigheid en de onbeduidendheid der bestaande kinderlectuur, ontsnapt mij op die vraag een krachtig: Niets!’ begint Van Kol in 1899 haar artikel in De Gids. In toon, vorm, inhoud en stijl lijkt alles zo op elkaar: wat hebben de kinderen aan ‘dit eeuwig eenerlei’? Ze wil dat een kind kennis kan nemen van ‘al wat hem beweegt en van al wat denkende en voelende tijdgenooten te zeggen hebben’, door boeken die zowel het verstand als de ziel aanspreken. In 1899 verschijnt ook haar boekje Moeder en Kind, of Hoe men kiesche onderwerpen met kinderen kan behandelen waarin ze als eerste in Nederland sprak over de noodzakelijkheid van seksuele voorlichting aan kinderen. Verder schreef, vertaalde en bewerkte ze verhalen voor kinderen voor het tijdschrift Ons Blaadje, de Bibliotheek voor jongens en meisjes en de Volks-Kinderbibliotheek van Nellie.

Dit portret is gedateerd een jaar na haar dood. Wie deze C.A.F. was en of Nellie van Kol misschien nog voor dit schilderij geposeerd heeft, is de vraag.