Otto Dijk
(1925-2004)Otto Dijk
door Henk Crouwel (1930)‘Steeds op zoek naar kunst die een tegenwicht vormt voor de dagelijkse chaotische samenleving.’ In die geest werkt Henk Crouwel, zo schrijft diens broer, graficus Wim Crouwel. Pas op latere leeftijd gaat Henk, autodidact, zich wijden aan de beeldende kunst. Hij houdt zich vooral bezig op het ‘concrete vlak’, de geometrische abstractie, waarmee hij in de voetsporen treedt van schilders als Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. Veel van zijn kunst komt voort uit een fascinatie voor regelmatigheden, systematische getallenreeksen en wiskundige principes. Begin jaren negentig van de vorige eeuw begint Crouwel met zijn eerste experimenten en al snel wordt een werk van hem gerealiseerd in de openbare ruimte.
Alleen in zijn heel vroege periode schildert Crouwel. Een van de werken uit die tijd is dit portret dat hij maakt van Otto Dijk. Hun echtgenotes zijn collega’s en de twee stellen raken goed bevriend. Als een keer naar voren komt dat ze beiden schilderen, besluiten ze elkaar te portretteren.
We zien hier Otto Dijk op 64-jarige leeftijd. De schrijver heeft dan al een lange carrière achter de rug. In 1947 begint hij als ambtenaar op de afdeling Toneel en Letteren van het toenmalige ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen; in 1962 verschijnt zijn dichtbundel Traumagie. Maar hoewel hij als dichter debuteert, zal hij zich gaan toeleggen op toneel. Na vijftien jaar bij het ministerie te hebben gewerkt, wordt hij dramaturg bij de VARA en schrijft hij voor radio en tv. ‘Wat ik nu maak is weggooipoëzie,’ zegt hij in 1968 in een interview. In 1989, als Crouwel dit portret maakt, is Dijk dramaturg bij de Nieuwe Komedie te Den Haag.