Benzokarim (1996) ontvangt in januari voor Ons gaan allemaal de Jan Campert-prijs 2025, de prijs voor poëzie. Volgens de jury is de meertalige poëzie van Benzokarim in staat om uitersten te verenigen: tegelijk streetwise en boekenwijs, tegelijk diep doorvoeld en strak doordacht. Deze dichter slaagt erin tot velen te spreken, maar ook nieuwe perspectieven te openen voor de Nederlandstalige poëzie.
De F. Bordewijk-prijs – de prijs voor het beste Nederlandstalige prozaboek – is dit jaar toegekend aan Laura Broekhuysen (1983) voor haar roman Magnetisch middernacht. De jury is vol lof over de wereld die Broekhuysen weet te creëren. Je weet nooit precies waar je bent. Overal tegelijk: in de sneeuw, in een oud verhaal, in het donker. Het is de verbeelding die verlichting brengt in Magnetisch middernacht, een even zintuigelijke als avontuurlijke roman.
Jowi Schmitz (1972) mag in januari voor Kip op je kop de Nienke van Hichtum-prijs in ontvangst nemen, de prijs voor jeugdboeken. De jury is van mening dat Schmitz in dit boek een verhaal vertelt over afscheid nemen dat tegelijkertijd aangrijpend en hartverwarmend is. In rijke, gelaagde taal die ruimte laat aan de verbeelding laat ze zien hoe belangrijk het is om er voor elkaar te zijn.
Constantijn Huygens-prijs
Eerder dit jaar is al bekendgemaakt dat de Constantijn Huygens-prijs, de Haagse Literatuurprijs voor een oeuvre, is toegekend aan Lieke Marsman (1990). Ook de uitreiking van deze prijs vindt plaats op 24 januari 2026.
Lees hier meer over de Haagse Literatuurprijzen.
Jury
Aan de Constantijn Huygens-prijs is een bedrag van € 12.000 verbonden. De andere prijzen bedragen € 6.000. De jury bestond dit jaar uit: Layla El-Dekmak, Rashif El Kaoui, Laurens Ham, Helma van Lierop, Bertram Mourits, Aafje de Roest, Mathijs Sanders, Miriam Piters en Sarah Vankersschaever.
