Margriet Heymans debuteerde in 1958 in het befaamde kindertijdschrift Kris Kras, een begin van een lange, succesvolle carrière als illustrator. Twee keer kreeg ze een Gouden Penseel: in 1973 voor Hollidee de circuspony en voor Imme Dros’ Annetje Lie in het holst van de nacht. Ook als schrijfster liet zij zich niet onbetuigd en ontving ze twee Zilveren Griffels; haar Lieveling, boterbloem werd bovendien bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs.
Het werk van Heymans kenmerkt zich door humor en fantasie, maar ook door een enigszins onheilspellende sfeer. Ze vangt emoties in woorden en beelden, en creëert daarmee een eigen betoverende wereld, die onmiskenbaar de hare is, ondanks de reminiscenties aan de middeleeuwse naïeve tekenkunst.
Ter gelegenheid van de aanwinst exposeert het Literatuurmuseum een keuze uit haar werk. Te zien zijn onder meer de illustraties voor de bovengenoemde, bekroonde boeken, en andere bekende titels De prinses van de moestuin, Voor de kleine Poppedeine en de grote Bimbam en Nergena.