Anna Roemer Visscher

Tijdgenoten noemen haar ‘de tiende muze’of ‘de tweede Sappho’. Anna Visscher is de oudste dochter van de rijke graanhandelaar en dichter Roemer Visscher, die in zijn huis aan de Amsterdamse Geldersekade veel literatoren en kunstenaars ontvangt. Anna spreekt haar talen en verwerft faam als glasgraveerster. Ze huwt met de baljuw en dijkgraaf Dominicus Boot van Wesel en krijgt twee zonen. Haar sterk moralistische gedichten zijn bij haar leven geliefd en worden in de negentiende eeuw herontdekt. In de literatuurgeschiedenis staat ze bijna altijd in de schaduw van haar meer extraverte zuster Tesselschade. 

 

Leven

Anna Visscher krijgt een uitstekende, gereformeerde opvoeding. Ze dicht, musiceert, graveert en ontvangt, zeker na de dood van haar moeder in 1629 als gastvrouw de artistieke elite van die tijd in ’t Saligh Roemers Huys’. Jacob Cats draagt in 1618 zijn Maechden-Plicht aan haar op. Via hem legt ze een aantal Zeeuwse contacten en publiceert daar ook psalmberijmingen en gedichten. In 1624 huwt ze met de hervormde baljuw en dijkgraaf van de Wieringerwaard Dominicus Boot van Wesel. Hij wordt later katholiek, evenals Anna. Ze krijgen twee zonen Romanus en Johannes, die aan een katholieke kostschool in Brussel worden opgevoed. Later studeren ze aan de Leidse universiteit. Johannes sterft al op 21-jarige leeftijd. Anna brengt tijdens de schooljaren van haar kinderen geruime tijd in Brussel en de Zuidelijke Nederlanden door. Aan het eind van haar leven woont ze in Alkmaar, daar sterft ze in 1651. Typerend voor haar is haar levensspreuk: Genoeg is meer. Wat het leven haar geeft, stemt haar tevreden.

 

Literatuur en vrienden

Het literaire werk van Anna Visscher is nauw verbonden met haar vriendenkring. Cats draagt niet alleen een bundel aan haar op, maar laat zijn emblematabundel Silenus Alcibiadis(1618) voorafgaan door een gedicht van Anna. Over de ontsnapping uit Slot Loevestein van Hugo de Groot schrijft ze een vers, dat hij later uit bewondering in het Latijn vertaalt.  Tijdens haar Zeeuwse verblijf worden twaalf gedichten van haar opgenomen in de bundel Zeeuse nachtegael. Ze vertaalt de Honderd Christelijke Zinnebeelden van Georgette de Montenay en verwerft faam door de bezorging van de Sinnepoppen van haar vader Roemer Visscher. Zijn korte emblemata worden door haar verlengd en qua wijze lessen versterkt. Van haar eigen gedichten zijn fraai gekalligrafeerde handschriften overgeleverd in een boekje met perkamenten omslag: Letterjuweel. Tot een bundeling komt het niet, ook al omdat haar zoon Romanus de kwaliteit onvoldoende vindt en de verzen alleen met zijn verbeteringen wil publiceren. Dat gebeurt echter niet.

Roemers

Anna Visscher is zeer bedreven in het graveren van glas, de zogenaamde roemers. Enkele exemplaren bevinden zich in het Amsterdamse Rijksmuseum en Slot Zuylen. Aan de stad Antwerpen schenkt ze een roemer met de spreuk Attrita resurget (Vertreden richt ze zich op).

 

Waardering

Al wordt ze door haar tijdgenoten op handen gedragen, zelf ziet Anna Visscher wel degelijk de beperkingen van haar talent en trekt ze zich als ze haar kinderen moet opvoeden goeddeels uit het culturele leven terug. Plichtsbesef is haar bepaald niet vreemd. In de 19e en vooral 20ste eeuw worden de dochters van Roemer Visscher vanuit de emancipatoire hoek bekeken en gewaardeerd. In talrijke studies over de literaire kringen en genootschappen tijdens de Gouden Eeuw figureren zij als joyeuse gastvrouwen.

 

Links

www.literatuurgeschiedenis.nl

www.vrouwenlexicon.nl

www.dbnl.org