Cola Debrot

Nicolaas (Cola) Debrot is een Antilliaans schrijver, arts, diplomaat en filosoof, die wordt beschouwd als de grondlegger van de Antilliaans-Nederlandse literatuur. Hij is mede-oprichter van het tijdschrift Criterium. Debrot is de auteur van een klein oeuvre. Zijn eerste novelle Mijn zuster de negerin is tevens zijn bekendste titel. De voornaamste verdienste van Debrot is, naast zijn eigen literaire werk, het verspreiden van de Antilliaanse cultuur en literatuur.

 

Leven

Cola Debrot wordt in 1902 in Kralendijk op Bonaire geboren. Zijn jeugd brengt hij door op Curacao en in Venezuela, waar zijn moeder vandaan komt. Thuis wordt Spaans en Papiaments gesproken, Nederlands leert hij op de lagere school. Het gymnasium volgt hij in Nijmegen, daarna studeert hij rechten in Utrecht. Hij woont daar enige tijd op de Oudegracht en sluit vriendschap met de schilder Pyke Koch en de dichters Jan Engelman en Martinus Nijhoff. In 1928 vestigt Debrot zich in Parijs, waar hij als ghostwriter werkt. In de Franse hoofdstad ontmoet hij de Amerikaanse zangeres Estelle Reed met wie hij in het huwelijk treedt. Vanaf 1931 studeert hij medicijnen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft hij een artsenpraktijk in Amsterdam. Debrot krijgt daar regelmatig bezoek van W.F. Hermans, die hij aan zijn patiënten voorstelt als Dr. Klondike, een gegeven dat Hermans later verwerkt in zijn novelle Dokter Klondyke.

 

Antillen

Na de oorlog werkt Debrot als arts op Curacao. Op dat eiland wordt hij ook politiek actief. In 1952 komt hij als gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen naar Den Haag. Hij speelt een belangrijke rol bij de Rondetafelconferenties die uitmonden in een nieuwe verhouding tussen Nederland, Suriname en de Antillen. Van 1962 tot 1970 is Debrot gouverneur van de Nederlandse Antillen. Na die periode keert hij terug naar Nederland. Hij heeft last van zware depressies en fysieke kwalen. Uiteindelijk overlijdt hij in december 1981 aan prostaatkanker. Hij wordt gecremeerd in Driehuis. Zijn as wordt vanaf een schip van de Koninklijke Marine uitgestrooid over de Noordzee.

 

Werk

Debrot publiceert zijn debuut, de novelle Mijn zuster de negerin in het tijdschrift Forum (1935). De hoofdpersoon Frits Ruprecht, keert na een lang verblijf in Europa terug naar zijn geboorte-eiland. Hij voelt zich zeer verbonden met het volk waar hij uit voortkomt. Zijn sentimenten zijn zo sterk, dat hij zelfs met een negerin wil trouwen. Zij blijkt echter zijn zuster te zijn, dochter van zijn vader. Het boek is in 1980 door Dirk Jan Braat verfilmd. In 1940 richt Debrot met Ed.Hoornik en Han G. Hoekstra het belangrijke literaire tijdschrift Criterium op. Tijdens de oorlog publiceert hij de dichtbundels Bekentenis in Toledo en Navrante zomer. Al zijn dichtbundels worden opgenomen in het tweede deel van zijn Verzameld werk (1985). Naast zijn debuut verwerft Debrot zich enige faam met zijn Dagboekbladen uit Genève (1963 en 1977) en vooral met zijn essays over de Antilliaanse cultuur (opgenomen in het eerste deel van het Verzameld werk) en over dans en beeldende kunst (zesde deel). Debrot is ook enige tijd actief geweest als balletcriticus. Na zijn dood, in 1982, verschijnt de novelle De vervolgden. Het verhaal speelt zich af op de benedenwindse eilanden tijdens de Spaanse veroveringstochten in de zestiende eeuw. Debrot toont in een historische context de problemen van een gemengde bevolking.

Debrotlezingen

Na de dood van Cola Debrot is een naar hem vernoemde prijs ingesteld die de eerste keer in 1983 aan Boeli van Leeuwen is toegekend. In 1994 publiceert J.J. Oversteegen onder de titel Onder het schuim van grauwe wolken een biografie over de auteur – diplomaat. Sinds 2008 worden door de werkgroep Caraïbische Letteren de Cola Debrotlezingen georganiseerd. De eerste lezing is in mei 2008 gehouden door Nobelprijswinnaar Derek Walcott.

 

Het Literatuurmuseum beheert een bescheiden collectie brieven en handschriften van Cola Debrot. Talrijk zijn de brieven die Debrot schreef aan literatoren als D.A.M. Binnendijk, Jan Greshoff en Jan Engelman. Bijzonder is tevens het gesigneerde exemplaar van Heimwee, een dichtbundel die door de auteur op 16-jarige leeftijd in eigen beheer werd uitgegeven. Ook bevat de collectie een zelfportret van de auteur, waarop hij zichzelf op jonge en op oudere leeftijd heeft afgebeeld.

Zie voor een overzicht van alle documenten van Cola Debrot in het Literatuurmuseum de catalogus.

 

Links

www.dbnl.org