Terug Online exposities Zoeken

Conrad Busken Huet

(1826-1886)

Zijn bijnaam was ‘De Haarlemsche beul’: Conrad Busken Huet was een van de scherpste, geestigste en meest gehate critici die Nederland ooit heeft gehad. Zijn stijl veranderde het aanzien van de kritiek voorgoed. Hij was redacteur van het tijdschrift De Gids, dat in die periode als bijnaam ‘De blauwe beul’ had.

De afbeelding toont een kunstzinnig portret van Conrad Busken Huet. Gemaakt door: Coen van Oven
Vervaardigd zonder datering
Techniek (1883-1963)
Afmetingen 70,5 x 55 cm

Conrad Busken Huet

door Coen van Oven (1883-1963)

Eigenlijk was Conrad Busken Huet voorbestemd dominee te worden, maar na een paar jaar doet religieuze twijfel hem zijn ambt neerleggen. Vanaf dat moment zie hij het als taak het publiek goede literaire smaak bij te brengen en het niveau van de Nederlandse literatuur te verhogen.

Zijn belangrijkste kritieken schrijft Busken Huet in De Gids. In 1865 wordt hij echter uit de redactie gezet omdat hij in één artikel het koningshuis belachelijk maakte en in een ander de liberale politicus Thorbecke. In 1868 ontstaat er opnieuw een rel rond Busken Huet. Dat jaar publiceert hij de roman Lidewyde, waarin een overspelige vrouw een jonge provinciale jongen verleidt en in het verderf stort. De Nederlandse kritiek reageert ontsteld, vooral vanwege de ‘onzedelijkheid’.

Na lange tijd in Nederlands-Indië te hebben gewoond, vestigt Busken Huet zich in 1876 in Parijs. Hij probeert daar zijn kritische werk te hervatten, maar hij is minder bevlogen. De teleurstelling over Nederland, dat maar niet tot een echt cultuurland wil uitgroeien, overheerst. Hij sterft op 1 mei 1886 achter zijn schrijftafel, met zijn pen nog in de hand.

Dit twintigste-eeuwse portret werd gemaakt door Conrad Theodor (Coen) van Oven, die vernoemd werd naar zijn oudoom… Conrad Busken Huet. Van Oven was eigenaar van het portret dat Jozef Israels in 1865 van Busken Huet maakte en kreeg in de jaren vijftig van de vorige eeuw van het toen net opgerichte Literatuurmuseum de opdracht het schilderij te kopiëren. ‘Het is een oefening in bescheidenheid; zoals Israêls, zo zal ik het nooit leren’, schijnt hij gezegd te hebben.