Harry
Mulisch
Lees hier meer over het leven van Harry Mulisch tot aan de verschijning van zijn boek: Het stenen bruidsbed.

Huwelijk ouders
April 1926 geven de Duits-Oostenrijkse Kurt Mulisch en de in Antwerpen geboren Alice Schwarz elkaar het jawoord. ‘Ik ben de Tweede Wereldoorlog’, zegt Mulisch, als enige zoon van een joodse moeder en een ‘foute’ vader.

Geboorte
Harry Kurt Victor Mulisch wordt op 29 juli 1927 in Haarlem geboren. Na de scheiding van zijn ouders blijft hij in zijn geboorteplaats wonen bij zijn vader en de huishoudster Frieda Falk.

Beslissende gebeurtenissen
De vierjarige Harry reist met de huishoudster Frieda naar Berlijn. Tijdens een bezoek aan de dierentuin verdwaalt hij. De gebeurtenis blijkt bepalend voor hem te zijn. In 1931 gebeurde nog iets: hij moet voor zijn vader een pakje Lucky Strike kopen. ‘Een opdracht! Ik! Ik!’ Het wordt de opdracht van zijn leven, voor het eerst een zelfstandige daad, helemaal alleen: ‘Ik ben in de wereld, alleen, en van een opdracht voorzien: Lucky Strike!’ Later zegt Mulisch dat dit een van de belangrijkste motieven in zijn werk is: ‘Ik zie het zo, dat iedereen alleen staat in de wereld met een opdracht.’

Bram Vingerling

Voor zijn twaalfde verjaardag krijgt Mulisch van zijn moeder De ongeloofelijke avonturen van Bram Vingerling (1927) van Leonard Roggeveen cadeau. Het boek gaat over een jongetje dat een geheimzinnige stof ontdekt, waarmee hij voorwerpen onzichtbaar kan maken. Na het lezen van dit boek begint Mulisch op zijn zolderkamer een laboratorium. Later zegt Mulisch hierover: ‘Dat ik ging schrijven, lag op de een of andere manier al in dit jongensboek besloten’.

 

2
foto's

Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog worden Mulisch’ Joodse groot- en overgrootmoeder van moederskant weggevoerd en vergast. Harry en zijn moeder blijven gespaard omdat zijn vader mededirecteur was van Lippmann, Rosenthal & Co. Dit bankiershuis had de taak in beslag genomen joodse bezittingen te 'beheren'.

Na de bevrijding werd Mulisch’ vader opgepakt wegens collaboratie. De Tweede Wereldoorlog loopt als een rode draad door Mulisch’ werk. Van Het stenen bruidsbed tot en met zijn laatste roman Siegfried (2001), waarin hij de denkbeeldige zoon van Hitler opvoert. Schuld en onschuld in tijden van oorlog is een belangrijk thema in zijn oeuvre.

Literaire alchemie
Mulisch heeft als tiener al een fascinatie voor scheikunde. In 1941 richt hij de Chemische Jongensclub C.J.C op. In de jaren die volgen verdiept hij zich steeds meer in de alchemie, de astrologie en het occultisme. Alchemie wordt een belangrijk begrip voor zijn werk. Hij ziet zichzelf als een literair alchemist.

 

Lees meer over "Literaire Alchemie"

Reina Prinsen Geerligs-prijs
November 1951 krijgt Harry Mulisch de Reina Prinsen Geerligs-prijs voor het manuscript van zijn debuut archibald strohalm(lees ook het artikel van Christiaan Weijts). De roman zelf verschijnt pas in oktober 1952. De prijs is bedoeld als aanmoediging voor jonge schrijvers. Van het prijzengeld, 200 gulden, koopt Mulisch zijn eerste schrijfmachine. Mulisch wint alle belangrijke literaire prijzen, waaronder de de P.C. Hooft-prijs en de Prijs der Nederlandse Letteren, allebei voor zijn hele oeuvre. Hij wordt met Willem Frederik Hermans (1921−1995) en Gerard Reve (1923−2006) ‘De Grote Drie van de Nederlandse Literatuur’ genoemd.

Debuut
Al op jonge leeftijd begint Mulisch met het schrijven van verhalen. Zijn eerste verhaal, ‘De kamer’, wordt in 1947 gepubliceerd in Elseviers Weekblad en in oktober 1952 verschijnt zijn debuutroman archibald strohalm. Een exemplaar voorzien van een opdracht stuurt hij aan Gerrit Achterberg. Vele romans, verhalen, studies, reportages, toneelstukken en gedichten volgen. Zijn werk wordt in tientallen talen vertaald, een aantal verhalen en romans is verfilmd, waaronder De aanslag (1982) en De ontdekking van de hemel (1992).

Bezoek aan de DDR
In 1956 bezoekt Mulisch de Deutsche Demokratische Republik (DDR). Hij is uitgenodigd voor het Heinrich Heine-congres in Weimar en krijgt toestemming ook naar andere plaatsen te gaan. Het verwoeste Dresden maakt grote indruk op hem. Het Heine-congres, het pension waar hij verblijft en zijn gids Hella Heilig verwerkt Mulisch in Het stenen bruidsbed.

Het stenen bruidsbed
In mei 1959 verschijnt Het stenen bruidsbed. Het is Mulisch’ eerste roman die over de Tweede Wereldoorlog gaat. De roman sluit de eerste periode uit Mulisch’ werk af en luidt een volgende periode in, de overgang van de mythische verhalen van de jaren vijftig naar de meer realistische, geëngageerde boeken van de jaren zestig. Deze staan in het teken van wat Mulisch noemde ‘tijdgeschiedenis’. Er was een dreigende atoomoorlog. ‘En in oorlogstijd moet men zich niet bezig houden met het schrijven van romans. Dan zijn er echt wel belangrijker dingen te doen.’

 

HET STENEN BRUIDSBED

 

Het stenen bruidsbed vertelt de geschiedenis van Norman Corinth, tandarts te Baltimore. Als boordschutter van een bommenwerper heeft hij in 1945 meegedaan aan het bombardement op Dresden. Elf jaar later keert hij terug naar de plaats delict voor een congres. In Dresden dringt zijn verleden zich in alle hevigheid aan hem op. Hij wordt geconfronteerd met de slachtoffers van zijn daad. Destijds leek het bombardement rechtvaardig: Hitler-Duitsland moest de genadeslag worden toegebracht. Maar als deze mensen slachtoffer zijn, wat maakt dat dan van hem…?

Het ontstaan van het boek
In de jaren vijftig is er volop discussie over de berechting van oorlogsmisdadigers. Harry Mulisch werkt op dat moment aan een roman: Gratie voor de doden. Over een oorlogsmisdadiger die tot 1952 in Duitsland ondergedoken heeft gezeten en dan opduikt in Nederland. Wanneer Mulisch zich in de DDR, voormalig communistisch Oost-Duitsland, documenteert voor deze roman, raakt hij onder de indruk van de verwoeste stad Dresden. Hier komt hij tot de conclusie dat er geen absolute oorlogsmisdadiger bestaat. Het is de overwinnaar die beslist wie oorlogsmisdaden heeft begaan. Het idee voor Het stenen bruidsbed is geboren.

Gratie voor de doden
Als in 1952 de minister van Justitie de doodstraf van een topman van de Gestapo omzet in een levenslange gevangenisstraf, begint Mulisch aan Gratie voor de doden. Over een oorlogsmisdadiger die tot 1952 in Duitsland ondergedoken heeft gezeten en dan opduikt in Nederland, waar zijn collega’s gratie krijgen of worden vrijgelaten.

Notities
Op een kladblokvelletje noteert Mulisch onder andere de namen Hitler en Napoleon, en verbindt hij Helena van Troje en Dresden – de vrouw en de stad – met elkaar. Op een ander blaadje maakt hij een notitie over Helena, Menelaos, Paris en Agamemnon, de belangrijke personen uit de Trojaanse Oorlog. Het zijn allemaal bouwstenen voor Het stenen bruidsbed.

Omslagontwerp
Voor het omslag van Het stenen bruidsbed maakt Metten Koornstra een tekening. Mulisch keurt het ontwerp met deze tekening af, hij vindt het ouderwets. Tijdens zijn verblijf in Dresden kocht hij het in 1950 verschenen boek Dresden: Eine Kamera klagt an, met foto’s van de verwoeste stad. Hieruit selecteert hij de foto die hij op het omslag wil hebben.

In 1958 is Harry Mulisch hard bezig met het schrijven aan Het stenen bruidsbed. Op een dag gaat hij even een kop koffie drinken in hotel Americain. Wanneer hij thuiskomt, is het plafond van zijn werkkamer in zijn geheel naar beneden gestort. ‘Mijn kamer zag eruit als Dresden.’ Het massief eikenhouten blad van zijn bureau is finaal doormidden gespleten, op zijn stoel liggen grote brokken stucwerk… Mulisch beschouwt deze gebeurtenis als een gunstig teken: hij is met dit boek op de goede weg.

4
foto's

Eerste versie
Mulisch schrijft Het stenen bruidsbed in twee notitieblokken. Achterin het eerste maakte hij een schema van de opbouw van het boek. De tekst van het slot wijkt op enkele plaatsen iets af van die in het uiteindelijke boek.

Eerste druk
In mei 1959 verschijnt Het stenen bruidsbed. Tegelijk met een gebonden uitgave met stofomslag komt er een paperbackuitgave van de roman op de markt. Het is het eerste boek dat in Nederland in deze vorm verschijnt. Mulisch heeft het idee uit Amerika overgenomen.

Typoscript
Het originele typoscript van Het stenen bruidsbed, met enkele met de pen aangebrachte wijzigingen. In het stempel rechtsboven staat de datum van ontvangst op de uitgeverij De Bezige Bij.

 

Voor de achterkant
Fotograaf Eddy Posthuma de Boer maakte in 1959 foto’s voor de achterkant van het omslag van Het stenen bruidsbed. Het lijkt net of ze genomen zijn in het centrum van Dresden. Niets is minder waar: voor de foto gaat hij met Mulisch naar de Amsterdamse Wibautstraat, waar dan net huizen worden afgebroken. Op de brokstukken van de gesloopte huizen laat Mulisch zich fotograferen.

Harry Mulisch
Bekijk de film (5:20 min.)
Het
verhaal
Lees hier een samenvatting van Het stenen bruidsbed met interessante achtergrondinformatie.

Hoofdstuk 1
(maar zonder emotie)

Toen hij zag, in welke stad het congres gehouden zou worden, struikelde zijn hart (maar zonder emotie) en hij wist, dat hij gaan zou.

De Amerikaanse tandarts Norman Corinth krijgt in Baltimore een uitnodiging voor een tandartsencongres in Dresden. De stad maakt in 1956 deel uit van de communistische DDR. Oost en West zijn verwikkeld in een Koude Oorlog en Amerika wantrouwt alles wat communistisch is. Dat maakt het raadselachtig waarom Corinth naar Dresden wil. Hij kan hiermee zijn praktijk ruïneren en zelfs in de gevangenis belanden.

Lees meer over de drie hoofdpersonages uit Het stenen bruidsbed

Dresden
Dresden ligt in het oosten van Duitsland. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog had de stad een belangrijk historisch centrum, veel inwoners dachten dat zij om die reden niet gebombardeerd zou worden. Zo werd de cultuurstad een toevluchtsoord voor velen.

Vuurstormen
In drie uur tijd wordt zeventig procent van de stad in puin gelegd. Verschillende aanvalsgolven veroorzaken afschuwelijke vuurstormen.

3
foto's

Het bombardement
Op 13 en 14 februari 1945 voeren de Engelsen en de Amerikanen met duizend bommenwerpers een bombardement uit op Dresden. Het is de laatste klap om nazi-Duitsland op de knieën te krijgen. Maar de oorlog is op dat moment al bijna gewonnen. De Russen hadden Hitler omsingeld in Berlijn en grote delen van Duitsland waren veroverd.

Misdaad
Het bombardement wordt door velen gezien als een van de grootste oorlogsmisdaden van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een zinloze daad. De meningen zijn echter verdeeld: in Dresden werden wapens geproduceerd en de stad was een belangrijk spoorwegknooppunt voor de nazi’s. Het bombardement kon bijdragen aan het verkorten van de oorlog, wat minder slachtoffers aan het front betekende.

Signaal
​De luchtaanval was niet alleen bedoeld om de oorlog te bekorten, het was ook een signaal van de geallieerden aan zowel de nazi’s als de Russen om te laten zien dat met hen niet te spotten viel. De Russen beklaagden zich namelijk over het feit dat de geallieerden hun weinig steun boden.

Doden
Tekenend voor dit bombardement is ook het meningsverschil over het aantal doden. De schattingen lopen uiteen van 25.000 tot een half miljoen mensen. Enkele jaren geleden stelde een commissie vast dat er hooguit 25.000 doden waren gevallen. Maar nog steeds worden daar felle discussie over gevoerd.

Hoofdstuk 2:
Een historische plaats

 

Op het vliegveld wordt Norman Corinth afgehaald door Hella Viebahn. Zij brengt hem naar een pension. Hij ontmoet hier pensionhouder Ludwig en de jonge Eugène. Als Corinth alleen is en een fles cognac achterover heeft geslagen, dringen herinneringen aan de oorlog zich opeens aan hem op. Corinth denkt aan Hella; hij wil haar hebben. De laatste zin voor de Ie Zang luidt:

Ik zal je. Ik zal je.

Terug in Dresden
Het stenen bruidsbed speelt zich af in de stad Dresden. Corinth keert in 1956 terug naar deze stad, die hij in 1945 mede verwoestte. Overal zijn de ruïnes nog zichtbaar. Het is niet voor het eerst in de geschiedenis dat een stad nagenoeg met de grond gelijk gemaakt wordt. Troje en Rome hebben hetzelfde lot ondergaan. Mulisch trekt in zijn boek op verschillenden manieren een parallel tussen deze drie in tijd en ruimte ver van elkaar verwijderde, maar in zijn opvatting gelijktijdige gebeurtenissen.

Lees meer over 'Het pension'

1e  Zang
Vijf Amerikaanse oorlogsvliegers, onder wie Corinth, vliegen naar Dresden om die stad te bombarderen. De vlucht is als een hitsige koortsdroom met veel seksuele verwijzingen. De bemanning lijkt een groep spelende jongens, maar is allerminst onschuldig...

‘Daar heb je d’r!’ riep Corinth. Water liep in zijn keel. Een feest witter dan de zon verrees in de verte uit de nacht. Terwijl de machine haar neus verlegde en geleidelijk begon te stijgen (naar alle kanten viel de zwerm uit elkaar) keek hij naar de opengebarsten duisternis, een dal van zomerdag onder de sneeuw van lichtkogels, een stad van witte angst aan een rivier van magnesium, omringd door schemerende heuvelruggen (…) Hij kreeg een begin van een erectie en ging zwetend in positie liggen achter zijn kanon. (…) Het genot van de opwinding sloeg door zijn lichaam. Het had iets met vroeger te maken, hobby’s, clubs: een werk dat met z’n allen gedaan werd, opgenomen te zijn in een geheel, een doel – ‘De Zwarte Hand’, ‘De Koeriers Des Doods’; (…).

Hoofdstuk 3:
Verplaatsingen

 

Het is avond. Chauffeur Gunther haalt Corinth op. Ze verdwalen en rijden langs de nog altijd aanwezige puinhopen van het bombardement. Gunther vertelt dat hij lid was van de Hitlerjugend. Tijdens de opening van het congres ontmoet Corinth zijn West-Duitse collega Alexander Schneiderhahn. Tijdens de openingsrede vertrekt Corinth. Hella kan hem niet overhalen te blijven en besluit met hem mee te gaan. Schneiderhahn sluit zich bij hen aan. Gunther brengt hen naar een kroeg.

In de kroeg raken Corinth, Hella en Schneiderhahn in gesprek met een echtpaar dat hun vertelt over de gruwelijkheden van het bombardement. De man zat beklemd in het puin, de vrouw werd beschoten toen ze voor de hitte de rivier de Elbe in vluchtte. Hun dochtertje stierf. Ze denken dat alleen de Engelsen het bombardement hebben uitgevoerd. Corinth houdt zijn mond en zegt niets over de bijdrage van de Amerikanen en dat juist hij heeft deelgenomen aan de beschietingen van mensen in de rivier. Schneiderhahn vertelt dat hij tijdens de oorlog werkte aan het ‘binnenlands front’, gelegen ‘in stille bossen, of op vredige heuvels’. Hij suggereert zo dat hij kampbeul in een concentratiekamp was. Van afschuw rent Hella weg en geeft over.

In het pension neemt Corinth Hella mee naar haar kamer. Zij vertelt dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog in een concentratiekamp heeft gezeten. Corinth filosofeert over het verschil tussen werkelijke gevoelens en maatschappelijke regels en codes.

2e Zang
Corinth krijgt een paniekaanval en gaat met Hella naar bed. De beschrijving van de vrijpartij gaat over in de IIe zang. Het vliegtuig van Corinth bombardeert de brandende stad. Daarna keert het vliegtuig terug om mensen te beschieten die de rivier de Elbe in gevlucht zijn.

En dan lacht hij in zijn koepel de lach van de overwinnaar en schreeuwt: ‘Zal ik ze eens een serenade geven?’ En allen lachen, alle vliegers, (…)  en dan jaagt hij de kogels voor zich uit het water in, waar de hoofden spatten, tuimelen, botsen, springen, keilen, verzinken en lacht (…)

Hoofdstuk 4:
Een saksische morgen

 

Als Corinth de volgende ochtend wakker wordt, verlangt hij niet langer naar Hella. In een encyclopedie in de ontbijtruimte vindt hij een mysterieus knipsel. Als hij het verbruinde knipsel te voorschijn haalt, wordt het op slag wit. Nu kan hij de naam van de schrijver lezen: Dr.phil. A.P. Krschowsky. Hij heeft het gevoel dat dit artikel ontcijferd moet worden, dat het dé sleutel tot inzicht is. Hij neemt het mee en haalt het na zijn confrontatie met Schneiderhahn weer tevoorschijn. Maar: ‘Hij durfde het knipsel niet omdraaien om het stuk van Krschowsky te lezen.

Mulisch schrijft het fictieve artikel van Krschowsky en geeft het de titel ‘De maagd met de zilveren schaal.’ Het wordt voor het eerst gepubliceerd in 1989. De titel van het artikel komt overigens niet voor in Het stenen bruidsbed.

Tijdens een gesprek met Ludwig over de vooroorlogse schoonheid van Dresden denkt hij opnieuw na over tijd en geschiedenis. Corinth bedenkt dat er twee soorten geschiedenis zijn, de geschiedenis van de géést, die een bedoeling had, zoals de slag bij Dresden van Napoleon, en de antigeschiedenis zonder bedoeling en gevolg, het bombardement van Dresden.

Gunther komt Corinth halen en ze rijden naar de Gemäldegalerie waar ze Schneiderhahn tegenkomen. Schneiderhahn wil weten wat Corinth van Hella denkt en heeft zelf het idee dat ze is opgegroeid in een nationaal-socialistisch milieu. Corinth vertelt hoe het werkelijk zit (‘Frau Viebahn zat van 1939 tot 1945 in een concentratiekamp.’) en begint over de tandartsen in Auschwitz. Hij beschuldigt Schneiderhahn ervan zelf aan de verkeerde kant te hebben gestaan. Schneiderhahn reageert geschrokken.

Het horloge van Harry Mulisch Het horloge van Harry Mulisch

Buiten de tijd
Voor Mulisch staat een museum buiten de tijd. Het is een plaats waar de dagelijkse werkelijkheid is buitengesloten. Zolang Corinth zich in de Gemäldegalerie bevindt, staat zijn horloge stil.

Na een lezing beschuldigt Corinth Schneiderhahn opnieuw. Deze ontkent in alle toonaarden. Op het programma staat een film over de eetgewoonten in Nieuw-Guinea. Corinth negeert Hella en begint een flirt met haar assistente Karin. Hella is woedend, maar begeleidt hem toch naar een concert dat door het congres wordt georganiseerd.

Hella vertelt Corinth dat Schneiderhahn tijdens de oorlog niets te maken had met de concentratiekampen. Hij had juist een topfunctie in een buitenlandse spionageorganisatie en streed dus tegen nazi-Duitsland. Hella vraagt of Corinth later nog bij haar langs komt. Corinth laat zijn antwoord in het midden en laat zich door Gunther naar huis rijden. Hij krijgt weer een paniekaanval, deze gaat over in de IIIe zang.

3e Zang
Op de terugtocht van Dresden wordt Corinths vliegtuig geraakt door een Duits toestel. De piloot probeert Russisch grondgebied te bereiken en vliegt nogmaals over het brandende Dresden. Het toestel stort neer.

De stad naderde, zij waren alleen met haar: zij en zij, verder geen jongens meer. Een gevoel van vervreemding besloop hem. Het was of hij verwacht had haar ongedeerd terug te zien: dat de aanval geen werkelijkheid was geweest, maar een akkoordje (…) Hij keek omlaag. Langzaam gleed de schotel vuur voorbij en hij voelde, dat er iets in hem veranderde; haast niets, maar precies in het midden.(…) Het was waar gebeurd. Zij was er niet meer

Hella zit diepbedroefd alleen in bed met Corinths hoed op haar knieën en wacht tevergeefs op hem. Ze verlangt naar hem en probeert hem te begrijpen.

 

Ik was voor het eerst sinds weet ik wanneer niet alleen en nu wil ik nooit meer een man, hij heeft een maagd van mij gemaakt voorgoed en de nacht en waanzin in zijn ogen hebben hem van mij gestolen, mijn lieveling (…)

 

Corinth wordt midden in de nacht wakker en hoort van Eugène dat Schneiderhahn naar hem gevraagd heeft. Corinth realiseert zich dat Schneiderhahn de waarheid sprak toen hij zei dat hij niets met de concentratiekampen te maken had. Anders had hij net als Corinth zelf geweten dat je iemand kunt haten zonder dat je hem of haar kent. Hij pakt de autosleutels van Gunther en racet naar het hotel van zijn Duitse collega. Daar pakt hij bij de verbouwereerde nachtportier de kamersleutel, rent naar Schneiderhahns kamer en slaat hem zo hard hij kan.

 

Ik zal je leren je leugens uit te kiezen.

 

Hij gilt van het lachen, springt de trap af en verlaat het hotel.

Hij steekt met zijn laatste lucifer het autowrak in brand en leest bij de gloed van het vuur het knipsel. Het is een artikel over Heinrich Schliemann en diens ontdekking van Troje:

 

– vond hij negen Troje’s onder elkaar, het derde, lieve lezer, gij hebt het begrepen, met sporen van brand, gewelddadige verwoesting en de “Goudschat van Priamus” Deze heroïsche strijder –

De draaideur draaide nog toen hij al over de donkere straat schoot, schreeuwend van het lachen, hij kon niet meer ophouden, tranen stroomden over zijn wangen en hij lachte nog toen hij allang weer in het puinveld was, (…) hikkend en verblind van de tranen tastte hij naar zijn ogen.- Met zijn hoofd op het verwrongen stuur kwam hij bij.

 

Corinth heeft de auto te pletter gereden in het puin. Hij vindt het knipsel van Krschowsky terug.

De roman eindigt met de woorden:

 

Een paar meter verder lag een bord dwars over de straat: “VERBODEN – OOK VOOR VOETGANGERS.”
Hij stond weer op en kroop achter een begroeid heuveltje, waar hij het vuur niet meer zag en over de uitgestorven vlakte kon kijken.

Colofon

Met veel dank aan Nationale Toneel: Remco van Rijn, Stefan de Walle, Jeroen Spitzenberger en Tamar van den Dop

Dit verhaal is samengesteld naar een concept van JACCO OUWERKERK

Tekst MAAIKE KRAMER en DICK WELSINK

Film JACCO OUWERKERK en STUDIO 05

 

Het volgende verhaal gaat over
W.F. Hermans
Nooit meer slapen
Lees het verhaal
Het verhaal
Harry Mulisch
Bekijk de film (5:20 min.)
Het verhaal