90x Boekenweek

Literatuur op de rode loper



In 1930 bundelen uitgevers en boekhandelaren hun krachten om het boek te promoten: de allereerste 'Dag van het Boek' is een feit. Twee jaar later groeit dit uit tot een Boekenweek, compleet met een speciaal geschenk voor iedereen die voor een rijksdaalder of meer aan boeken koopt. Wat begint als een verkoopstimulerend initiatief, ontwikkelt zich tot een jaarlijks literair hoogtepunt. Vandaag de dag is de Boekenweek een feest voor lezers en auteurs, met een geschenk, festiviteiten en volop aandacht voor het boek.

In de vroege 20e eeuw kreeg het boek er stevige concurrentie bij. Sport werd een rage, kranten en tijdschriften groeiden als kool, er was radio, bioscopen en theaters trokken volle zalen, en met de komst van fietsen, motorfietsen en zelfs auto’s trokken mensen er massaal op uit. Lezen? Dat raakte steeds meer in de verdrukking. Hoog tijd dus voor een tegenoffensief!

 

Binnen de boekenbranche werd al langer nagedacht over manieren om het boek beter onder de aandacht te brengen. In 1930 werd daarom de eerste 'Dag van het Boek' georganiseerd, een dag waarop het boek centraal stond in de boekhandel. Of Nederland dit idee overnam van initiatieven in Spanje, Duitsland en Amerika? Dat weten we niet zeker. Wél uniek was het concept van een speciaal geschreven geschenkboekje, dat boekverkopers gratis aan hun vaste klanten konden aanbieden. De eerste auteur? Johan Tersteeg (1873-1953), uitgever en drijvende kracht achter de Nederlandse boekpromotie.

 

De eerste Boekendag smaakte naar meer, en al snel ontstond een nieuw idee: waarom beperken tot één dag als je ook een Boekenweek kon organiseren? In 1932 was het zover: de eerste Nederlandse Boekenweek werd een feit. En met dat eerste Boekenweekgeschenk werd een traditie geboren die nog altijd voortleeft.

 

Boekenweekgeschenk 

Iedereen die tijdens de Boekenweek voor een zeker bedrag aan boeken koopt, ontvangt traditioneel het Boekenweekgeschenk cadeau. De eerste geschenken waren informatief of bundelingen van verhalen. Later werden het vooral novellen, geschreven door vaak nog anonieme of onbekende auteurs. Zo debuteerde Hella S. Haasse (1918-2011) met haar inmiddels beroemde geschenk Oeroeg.

 

De traditie werd alleen onderbroken tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1941 verscheen nog een geschenk, maar dit werd op last van de bezetter teruggeroepen en vernietigd. Pas in 1946 werd de Boekenweek hervat, met een bescheiden uitgave vanwege papiergebrek: Het kleine geschenk.

 

Tegenwoordig wordt het Boekenweekgeschenk beschouwd als een prestigieuze literaire opdracht voor bekende auteurs. Voor de 90ste editie in 2025 maakte de CPNB een uitzondering en schreef eenmalig een schrijfwedstrijd uit, geïnspireerd op vroegere edities waarin ook schrijfwedstrijden werden gehouden. Uit 149 anoniem ingezonden manuscripten werd uiteindelijk De krater van Gerwin van der Werf (1969) gekozen.

 

Hieronder volgt een overzicht van de 90 Boekenweekgeschenken van 1930 tot nu:

 

Boekenbal

Het Boekenbal is al decennialang een van de meest besproken evenementen in de literaire wereld. Wat in 1947 begon als een samenkomst van auteurs, groeide uit tot een exclusieve happening vol uitgevers, media en BN’ers. Maar wie hoort er nu echt thuis op dit literaire bal?

 

Een steeds terugkerende discussie: is het Boekenbal een strikt literaire aangelegenheid of een feestje waar bestsellers belangrijker zijn dan literair prestige? De CPNB, organisator van de Boekenweek en het Boekenbal, nodigt niet alleen literaire auteurs uit, maar ook succesvolle auteurs van thrillers, sportbiografieën en populaire fictie. Een doorn in het oog van sommige literatoren.

 

Het meest spraakmakende voorbeeld? De rel rondom Connie Palmen (1955) in 2009. Voor de camera’s van de NOS riep ze: ‘Scheer je weg uit het land van de literatuur, nietsnutten!’ – een uitspraak gericht op bestsellerauteurs als Saskia Noort (1967) en Kluun (1964), die volgens haar geen ‘echte’ literatuur schreven. De uitspraak leidde tot verhitte discussies over de vraag wie er ‘wel’ en ‘niet’ thuishoort op het Boekenbal. Inmiddels heeft Palmen afstand genomen van haar woorden, maar de vraag blijft: is het Boekenbal nog wel een literair feest, of vooral een publicitair spektakel?

 

Wat ooit begon als een netwerkbijeenkomst voor auteurs, is nu een plek waar literatuur, commercie en media-aandacht elkaar kruisen. Auteurs als Arnon Grunberg (1971) noemen het bal ‘zielig’, terwijl anderen het zien als een erkenning van hun status. Feit blijft: wie een uitnodiging ontvangt, heeft het gemaakt—of dat nu komt door literaire kwaliteit of door verkoopsucces. Voor sommige Boekenbalgangers is het plunderen van het decor daarbij het belangrijkste doel: er zijn verhalen bekend van gasten die zich de hele avond bij een versiering posteren om die te kunnen meenemen.

 

En zo is het Boekenbal, net als de boekenwereld zelf, een toneel vol spanning tussen hoge en lage cultuur. Maar laten we eerlijk zijn: zonder een beetje controverse zou het feest een stuk minder legendarisch zijn. En wie thuis een Boekenbal-souvenir heeft hangen, is niet de enige: in de Nationale Schrijversgalerij van het museum bevinden zich portretten die bezoekers ooit als decorstuk van het Boekenbal meenamen – een tastbare herinnering aan een feest vol literatuur, status en spektakel.

 

We hebben de SCHRIJVER gezien op het feest, zo natuurlijk en zonder decorum. Hij was zo gewoon als elk ander beest en zonder tralies voor 'm.’ - Annie M.G. Schmidt

 

Dat Maarten ’t Hart (1944) een van de geportretteerden was voor het Boekenbal van 1997 is geen verrassing. Sinds zijn debuut in 1971 was duidelijk dat hij een sterke affiniteit – of beter gezegd, een sterke afkeer – had van het thema Mijn God. Ine Laurant, die lange tijd verantwoordelijk was voor de aankleding van het Boekenbal, maakte speciaal voor deze 62ste Boekenweek acht portretten van auteurs, waarvan dat van ’t Hart nu deel uitmaakt van de collectie van het Literatuurmuseum.

 

Maarten ’t Hart door Ine Laurant (leefjaren onbekend)

 

Een ander portret uit deze bijzondere reeks is dat van Hugo Brandt Corstius (1935-2014). Net als ’t Hart werd ook hij door Laurant geportretteerd voor het Boekenbal van 1997. Brandt Corstius, die naast wiskundige, taalkundige, republikein en vegetariër ook een hartgrondig atheïst was, werd door Laurant afgebeeld als de profeet Jeremia. Het schilderij maakte deel uit van de reeks van acht schrijversportretten die geveild werden voor het goede doel. Hoewel Brandt Corstius’ portret het minst opbracht (1000 gulden), werd het, samen met dat van Maarten ’t Hart, aangekocht door het Literatuurmuseum.

 

Hugo Brandt Corstius - Jeremia door Ine Laurant (leefjaren onbekend)

 

Het dubbelportret van Yvonne Keuls (1931-1954) en Gerrit Komrij (1944-2012), geschilderd door Ine Laurant, werd voor het eerst in het openbaar getoond tijdens het Boekenbal van 2000, met als thema Lectori Salutem. Die avond hingen er gigantische portretten van schrijvers afgebeeld als antieke goden, geïnspireerd op Tiepolo’s schilderij Triomf van Zephyr en Flora (1735). Zoals elk jaar werd het decor aan het einde van de avond door bezoekers ‘afgebroken’ en als souvenir meegenomen. René Hollaers, boekhandelaar in Breda, nam het forse schilderij van Keuls en Komrij mee. Enkele maanden later belde Keuls hem op: ze had gehoord dat het schilderij zich in een boekhandel in het zuiden van het land bevond en wilde het graag zelf hebben. Hollaers stemde toe, en als dank kreeg hij een grote doos Merci. In 2019 bracht Keuls het schilderij naar het Literatuurmuseum, waar het nu in het gezelschap verkeert van andere Boekenbal-portretten van Laurant.

 

Yvonne Keuls en Gerrit Komrij door Ine Laurant (leefjaren onbekend)

 

Meer lezen over de Boekenweek

De Boekenweek spreekt tot de verbeelding – en dat zie je terug in het online museum LiteratuurLab. Onze curatoren duiken in de rijke geschiedenis van dit literaire fenomeen, of het nu gaat om de bijzondere Boekenweekgeschenken of de iconische outfits op het Boekenbal. Ontdek hier een selectie van artikelen die je meenemen achter de schermen van dit jaarlijkse boekenfeest:

 

  • Je zou het een #mood kunnen noemen, de onbewogen, verveelde blik van koningin Juliana op oude foto’s van het Boekenbal. Had ze het wel naar haar zin tussen al die beleefd handenschuddende schrijvers, vraagt Alma Mathijsen zich af. Lees het artikel. 

 

  • Er is ieder jaar weer een hoop om te doen, maar hoe spannend is het Boekenbal nu echt? Christiaan Weijts over de acht fasen van deze literaire discoavond: van het spel om de felbegeerde kaartjes tot de ochtend erna. Lees het artikel.

 

  • Anne van den Dool bekijkt in het Literatuurmuseum het manuscript van Wat wij zagen, het Boekenweekgeschenk van 2021, en spreekt Hanna Bervoets over haar ervaring. Lees het artikel.

 

  • Het thema van de Boekenweek 2019 is opgehangen aan ‘De Moeder de Vrouw’ van Martinus Nijhoff. Dat werd de inzet van een felle controverse. Daarbij is het, zo stelt Renée van Marissing, ook wel relevant te bedenken hoe respectievelijk zonen en dochters tegen moeders aankijken. Lees het artikel. 

 

* Het museum is zich ervan bewust dat de titel van het geschenk uit 1949 een racistische term bevat die we niet meer gebruiken. Vanwege historische volledigheid stellen we het boek wel tentoon.