In de vroege 20e eeuw kreeg het boek er stevige concurrentie bij. Sport werd een rage, kranten en tijdschriften groeiden als kool, er was radio, bioscopen en theaters trokken volle zalen, en met de komst van fietsen, motorfietsen en zelfs auto’s trokken mensen er massaal op uit. Lezen? Dat raakte steeds meer in de verdrukking. Hoog tijd dus voor een tegenoffensief!
Binnen de boekenbranche werd al langer nagedacht over manieren om het boek beter onder de aandacht te brengen. In 1930 werd daarom de eerste 'Dag van het Boek' georganiseerd, een dag waarop het boek centraal stond in de boekhandel. Of Nederland dit idee overnam van initiatieven in Spanje, Duitsland en Amerika? Dat weten we niet zeker. Wél uniek was het concept van een speciaal geschreven geschenkboekje, dat boekverkopers gratis aan hun vaste klanten konden aanbieden. De eerste auteur? Johan Tersteeg (1873-1953), uitgever en drijvende kracht achter de Nederlandse boekpromotie.
De eerste Boekendag smaakte naar meer, en al snel ontstond een nieuw idee: waarom beperken tot één dag als je ook een Boekenweek kon organiseren? In 1932 was het zover: de eerste Nederlandse Boekenweek werd een feit. En met dat eerste Boekenweekgeschenk werd een traditie geboren die nog altijd voortleeft.
