De literaire wereld was te klein toen de CPNB op 22 maart 2024 naar buiten bracht dat de auteur van het Boekenweekgeschenk van 2025 niet door de organisatie, maar via een wedstrijd zou worden gekozen. De organisatie besloot met de negentigste Boekenweek terug te verwijzen naar de eerdere traditie om de auteur van het geschenk anoniem door een jury te laten vaststellen. In totaal werd de auteur van het Boekenweekgeschenk sinds 1932 tien keer via een wedstrijd bepaald. De laatste keer was in 1961, toen Agaath van Ree met De onbekende uren als winnaar uit de bus kwam.
Net als ieder ander was ik nieuwsgierig hoeveel schrijvers zich aan de uitdaging hadden gewaagd. De wedstrijd stuitte meerdere auteurs tegen de borst: van welk dedain richting het schrijversvak getuigde het om hen zonder enige tegenprestatie een complete novelle te laten neerpennen? Toch werden uiteindelijk 149 manuscripten ingeleverd. Bijna drie miljoen woorden aan schrijfmateriaal dus.
Daar zat geen manuscript van mij tussen. Toegegeven: ik heb zeker overwogen een poging te wagen, maar merkte dat ik geen verhaal had klaarliggen dat binnen het strikte woordenformat paste. Bovendien was het een behoorlijke haastklus: nog geen halfjaar na de officiële bekendmaking moest het manuscript al zijn ingeleverd.
Van al die krappe deadlines en onzekerheden had Hanna Bervoets, een van de juryleden die dit najaar het winnende manuscript uit de stapel mag vissen, een stuk minder last. Helemaal geen, eigenlijk; zij schreef het Boekenweekgeschenk van 2021, Wat wij zagen, gewoon in opdracht van de CPNB, over een groep contentmoderatoren die een aanklacht indient tegen hun voormalig werkgever wegens de erbarmelijke werkomstandigheden.