Advent: 4 december 2025

Ook dit jaar kreeg het museum weer veel nieuwe aanwinsten binnen. In de aanloop naar 25 december pakken we in de Aanwinsten Adventskalender elke dag een archiefdoos uit met daarin een mooie, grappige, vreemde, ontroerende, bijzondere of juist heel alledaagse toevoeging aan onze collectie. Vandaag: de brieven van Marianne Philips.

 

Op 6 juni 1944, D-day, schreef Marianne Philips vanuit haar Haagse onderduikadres een brief aan haar echtgenoot, de Joodse vakbondsman Sam Goudeket. Hierin uitte ze haar vreugde over de komst van de geallieerden, maar leek er vanuit pacifistische overtuigingen moeite mee te hebben: ‘mijn nuchter verstand moet toegeven, dat er bij de huidige constellatie in de menschelijk samenleving niet veel anders dan een bloedige oplossing mogelijk is, wil de individueele vrijheid gehandhaafd worden.’ 

 

De brief maakt deel uit van een door het museum aangekocht dossier met nog enkele brieven, een foto en een korte autobiografie uit 1949 waarin ze schrijft over haar activiteiten voor de SDAP: 

 

Mijn leven is na 40 jaar niet over rozen gegaan (...), toch ben ik blij dat ik het heb mogen behouden toen de Duitschers na 1942 het op mij gemunt bleken te hebben. Ik dook onder met mijn geheele gezin en mocht gelukkig al mijn lieven behouden. 

 

Philips was in 1919 een van de eerste vrouwen in de Bussumse gemeenteraad. Als schrijfster werd ze bekend met de roman De biecht (1930) en De zaak Beukenoot, het Boekenweekgeschenk van 1950.

 

Lees meer

 

  • Bekijk het Schrijversportret van Marianne Philips, geschilderd door Jaap Weyand in 1939.
     

  • Marianne Philips schreef tijdens de oorlog vanuit haar onderduikadres. De Tweede Wereldoorlog had een enorme impact op het werk van verschillende Nederlandse schrijvers. We lichten de periode na de oorlog en de invloed daarvan op de Nederlandse literatuur uit in de online tentoonstelling De achterkant van de bevrijding.