In Een leven als een oordeel (1968) bundelde Den Haan werk dat hij in de loop van twee decennia had geschreven. In zijn stukken verstaat hij ‘de kunst op zijn lezers het plezier, de belangstelling, die hijzelf in zijn lectuur heeft gevonden, over te dragen’, schreef de jury. ‘Voor een criticus is dat een zeldzame eigenschap, die bij Den Haan nog verhoogd wordt door de humor en de directheid, waarmee hij op zijn lectuur reageert als iemand, die zich niets aantrekt van wat anderen denken, derhalve principieel voor iedereen de grootst mogelijke vrijheid van meningsuiting opeist en fris van de lever schrijft, wat hij, bij wat hij leest, ondergaat, voelt en denkt.’
Als criticus heeft hij de instelling ‘van de boekhandelaar, namelijk de mensen verlokken om een boek te lezen’, en hij maakt zich vooral sterk voor de Engels-Amerikaanse literatuur. De anekdotische reisverhalen verraden daarbij ‘een groot causeurstalent, dat aan zijn geschriften een verwarmend en tegelijk sprankelend charme geeft, als terloops verbonden met een volmaakt pretentieloze eruditie’, aldus de jury.
De Telegraaf noemde Den Haan een ‘ware boekengids’. ‘Of het nu om lange beschouwingen gaat over Boswell, Henry Miller (die hij in Nederland introduceerde), Shakespeare en Huxley, of om kortere schetsen en aantekeningen bij de misdaadroman en allerlei randverschijnselen betreffende het verzamelen van boeken, typografie, censuur, etc., Den Haan dringt altijd meteen op onnavolgbare wijze tot de kern door.’ leder boek is voor hem een nieuw avontuur: hij kan ‘bewonderen zonder zijn kritisch inzicht te verliezen’ en zoekt ‘allereerst en overal het positieve, zonder zijn voorkeuren te verbloemen en onverschillig of deze “in” of “uit” zijn’.
Den Haan had jarenlang in de boekhandel gewerkt, voor hij zich vanaf 1950 aan het schrijverschap wijdde. Zijn ervaringen als boekverkoper én lezer verwerkte hij in bundels als Talking shop (1946), Het gevaarlijke boek (1954) en Still talking shop (1958). Hij was medewerker van het tijdschrift Literair paspoort, waar hij vooral Engelstalige literatuur besprak, en toonde zich een groot pleitbezorger van het werk van Henry Miller en James Joyce. In 1963 had hij de Pierre Bayle-prijs ontvangen voor zijn literair-kritisch werk. In 1966 had hij in drie delen Onderweg gepubliceerd, een groot cultuur-historisch werk over de geschiedenis van de mensheid.