Lanoye schreef een veelomvattend oeuvre van romans, poëzie, toneelteksten en columns. Hij debuteerde in de vroege jaren tachtig met poëzie. Zijn prozadebuut was de licht surrealistische verhalenbundel Een slagerszoon met een brilletje in 1985. Daarna volgden onder meer de romans Kartonnen dozen, De Monstertrilogie (verfilmd voor tv) en Het derde huwelijk. Ten oorlog (1997) was een grote, 12 uur durende Shakespeare-cyclus voor het toneel, waarvoor hij maar liefst drie prijzen in ontvangst nam, en ook zijn Tsjechov-bewerking De Russen! (2011) voor Toneelgroep Amsterdam was een groot succes. In het autobiografische boek Sprakeloos (2010) vertelt hij het verhaal van zijn moeder, amateur-actrice, die na een beroerte haar spraakvermogen verloor. In 2012 schreef hij het boekenweekgeschenk Heldere hemel.
‘Tom Lanoye heeft de Nederlandstalige literatuur een adembenemend oeuvre opgeleverd, waarin de taal kolkt en stroomt en de wereld geen moment rust wordt gegund,’ schrijft de jury. ‘Wie Lanoye leest, hoort stemmen. Levensechte stemmen die een persoonlijkheid tekenen. (…) Al dertig jaar wordt het werk van Tom Lanoye bevolkt door mensen die hun stem laten horen. Het woord nemen en hun verhaal doen. Dat ze daarbij van pijnlijke eerlijkheid kunnen omslaan in de meest doorzichtige pogingen tot bedrog – zelfbedrog niet in de laatste plaats – maakt ze voor Lanoye alleen maar interessanter. (…)
‘In columns, essays en talloze media-optredens benadrukte hij zijn sociale en politieke engagement. Lanoye is óók een propagandist. Hij is een auteur die zich heeft voorgenomen om de wereld nooit te laten rusten, om zijn woorden altijd op de anderen af te vuren. Die vastberadenheid uit zich onder meer in een onvermoeibare strijd tegen de opkomst van extreemrechts in Vlaanderen. Zijn opvattingen over wat recht en scheef is in de wereld hebben in zijn romans nooit geleid tot pamflettisme. Daarin toont hij juist vaak hoe moeilijk goede bedoelingen tot waardevolle resultaten kunnen leiden, zeker wanneer die botsen met de overlevingsdrang die ook diep verankerd is in alle karakters in het werk van Lanoye.’