De G.H. ’s-Gravesande-prijs was van 1978 tot 2017 de Haagse gemeenteprijs voor bijzondere literaire verdiensten. De prijs kwam voort uit de zogeheten bijzondere prijs, die in 1951 werd ingesteld.
De Jan Campert-Stichting kende de prijs onregelmatig toe, maar dat bleek in de praktijk van 1980 tot 1990 elk jaar, en vanaf 1990 driejaarlijks. De eerste laureaten kregen 4.000 gulden. In 2017 werd de prijs afgeschaft toen de bedragen voor de andere Campert-prijzen verhoogd werden. De laatste G.H. ’s-Gravesande-prijs, 5.000 euro, ging in 2014 naar het Vlaamse kunstcentrum Behoud de Begeerte.
Journalist en essayist G.H. ’s-Gravesande (1882-1965, pseudoniem van Goverdus Henricus Pannekoek) was vanaf 1904 letterkundig medewerker van de Haagse krant Het Vaderland, waar hij samenwerkte met Menno ter Braak. Hij schreef vele literaire portretten, onder andere voor het maandblad Den Gulden Winckel. Een aantal daarvan werd gebundeld in Sprekende schrijvers. Hij schreef bio- en bibliografieën en een groot aantal letterkundige studies, onder meer over de Tachtigers. Hij was in 1947 betrokken bij Jan Camperts postuum uitgegeven Verzamelde gedichten (1922-1943), was een kenner van het werk van E. du Perron en schreef over pioniers in de boekdrukkunst, zoals de graficus M.C. Escher, de typograaf J.F. van Royen en de illustrator W.J. Rozendaal. In 1957 was hij gehuldigd en had hij een extra prijs ontvangen van de Jan Campert-Stichting.
Ik ben verschrikkelijk onbelangrijk, maar het enige waar ik trots op ben, is dat ik vele jaren kunstredacteur ben geweest con amore,’ zei hij over zichzelf. ‘Ik heb vele mensen met enthousiasme zien beginnen; ik zie het als mijn enige verdienste, dat ik het met enthousiasme heb volgehouden.