De P.C. Hooft-prijs 1957 voor het oeuvre van P.C.A. Geyl is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit I. Brummel, Pierre H. Dubois, H.L.C. Jaffé, L.J. Rogier, Adriaan van der Veen (voorzitter) en H.J. Michaël (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 3.000 gulden.
Pieter Catharinus Arie Geyl (Dordrecht, 15 december 1887 – Utrecht, 31 december 1966) was de zoon van een dokter met depressieve aanleg. Als kind logeerde hij vaak bij een oom en tante. Hij studeerde Nederlandse letteren in Leiden. Maar omdat die studie hem tegenviel, besloot hij over te stappen op geschiedenis. Na zijn promotie was hij enkele jaren correpondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant in Londen. Hij maakte zo´n gunstige indruk op de Britse autoriteiten dat hij benoemd kon worden tot hoogleraar geschiedenis aan de Londense Universiteit. Daarnaast was hij werkzaam als agent aan het Nationaal Bureau van Documentatie voor Nederland. Ook zette hij zich in voor de Vlaamse beweging, die hij een warm hart toedroeg. In 1936 werd hij benoemd tot hoogleraar nieuwe geschiedenis in Utrecht. Deze benoeming ging met enige commotie gepaard omdat het Geyl kwalijk werd genomen dat hij zich als historicus inliet met de politiek. Hij werd gezien als onruststoker die de geschiedenis een ander aanzien wilde geven. De steeds terugkerende onderwerpen van Geyl in zijn essayistische beschouwingen waren het Groot-Nederlandse verleden en de verhouding tussen Oranje en regenten. Vanwege zijn 'liberale' geschiedopvatting werd Geyl vooral gewaardeerd in de Angelsaksische landen. Diverse van zijn werken werden in het Engels vertaald of rechtstreeks in die taal geschreven. In de jaren veertig, vijftig en zestig bracht hij enkele succesvolle bezoeken aan de Verenigde Staten en in de loop der jaren mocht hij er ook enkele eredoctoraten in ontvangst nemen. Aan andere eerbewijzen ontbrak het hem evenmin: binnen- en buitenlandse onderscheidingen volgden elkaar op.
In 1941 werd hij benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.