De P.C. Hooft-prijs 1978 voor het oeuvre van Cornelis Verhoeven is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit W.J.M. Bronzwaer, Elisabeth Keesing, H.M. Kuitert, Wam de Moor (voorzitter), André Spoor en H.J. Kompen (ambtelijk secretaris). Aan de P.C. Hooft-prijs is een bedrag verbonden van 10.000 gulden.
Cornelis Wilhelmus Maria Verhoeven (Udenhout, 2 februari 1928 – Den Bosch, 11 juni 2001) was het vierde kind in een boerengezin. Zijn moeder stierf vroeg aan tuberculose. Zijn vader zorgde voor de zeven kinderen en stuurde Kees, die goed kon leren, naar het seminarie. Verhoeven studeerde oude talen, filosofie en godsdienstgeschiedenis in Nijmegen. Na zijn promotie ontwikkelde hij zich tot een productieve essayist en denker. In Rondom de leegte (1965) stelde hij zich kritisch op tegenover de kerk. Hij was essayist en leraar klassieke talen in Den Bosch. Ook vertaalde hij Seneca, Cicero, Porphirius Aristoteles, Heraclitus en Plato. In 1982 werd hij benoemd tot hoogleraar in de antieke filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Toen hij in 1993 met emeritaat ging, kreeg hij een koninklijke onderscheiding.
Hij kreeg, naast de P.C. Hooft-prijs, verschillende prijzen: de literatuurprijs van de provincie Noord-Brabant, de Anne Frankprijs en de essayprijs van NRC Handelsblad.