Els
Pelgrom

1994

Theo Thijssen-prijs
Els Pelgrom heeft de Theo Thijssen-prijs 1994 voor kinder- en jeugdliteratuur gekregen. De feestelijke uitreiking vond plaats op 30 september 1994 in het Literatuurmuseum.

De Theo Thijssen-prijs (voortzetting van de Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur) voor het gehele oeuvre van Els Pelgrom, is toegekend op voordracht van een jury bestaande uit: Wim Hofman, Nicolaas Matsier, Fetze Pijlman, Marjoleine de Vos (voorzitter), Peter Vos en Aad Meinderts (ambtelijk secretaris). 

 

Els Pelgrom (geboren als Else Koch in Arnhem, 2 april 1934) deed in Amsterdam een opleiding tot onderwijzeres, maar stond niet lang voor de klas. Als tienjarige woonde ze tijdens de hongerwinter op een boerderij op de Veluwe. Ze verwerkte haar ervaringen uit die tijd in De kinderen van het Achtste Woud (1977). Ze was al eerder gedebuteerd, met Het geheimzinnige bos (1962). Uit haar eerste huwelijk met beeldhouwer Karl Pelgrom kreeg ze drie kinderen. Later vond ze een nieuwe levenspartner in Spanje. De hoofdpersoon van De eikelvreters (1989), een jongen die opgroeit in een grot in de heuvels bij Granada en hard moet werken om de kost te verdienen voor zijn familie, is gemodelleerd naar hem. Na zijn dood ging ze weer in Amsterdam wonen. Sinds 1999 woont ze in Portugal. Een ander bekend boek, Kleine Sofie en Lange Wapper (2001), over een doodziek meisje, gaat niet terug op eigen ervaringen of die van mensen uit haar omgeving.

 

Pelgrom kreeg verschillende prijzen voor haar boeken. Behalve de Theo Thijssenprijs ontving ze prijzen voor afzonderlijke boeken: drie Gouden en twee Zilveren Griffels.

 

Recente laureaten die de Theo Thijssen-prijs ontvingen, zijn: Wim Hofman (1991), Willem WIlmink (1988) en Henk Barnad (1982) Aan de Theo Thijssen-prijs is een bedrag verbonden van 125.000 gulden (waarvan 50.000 gulden te besteden aan een specifiek literair doel).

Citaat uit het juryrapport

 

(...) Maar bovenal is Els Pelgrom een dappere schrijfster, die verdriet niet uit de weg gaat maar het onder ogen ziet. Ze maakt het niet mooier, ze dikt het niet aan. Juist door die houding wordt het draaglijk. Verdragen is uiteindelijk natuurlijk het enige dat erop zit, maar het is wel iets dat men moet kunnen. Els Pelgrom kan dat in haar boeken.

 

Lees hieronder het volledige juryrapport.

Juryrapport Theo Thijssen-prijs 1994

 

Waarom was het duidelijk dat de Theo Thijssen-prijs 1994 naar Els Pelgrom moest gaan? Want daarover was de jury het snel eens. Het behoeft ook nauwelijks uitleg, wie haar boeken leest ziet het vanzelf in. Die ziet bijvoorbeeld, dat Els Pelgrom zo’n hoffelijke schrijfster is. Ze gaat moeilijke onderwerpen niet uit de weg, maar slaat er haar lezers ook niet mee om de oren. De wereld van haar boeken is geen veilige zachte, bevolkt door pluizige konijnen en olijke kabouters. Integendeel. Men is er maar al te sterfelijk en niet alleen als men heel oud is. Pelgrom schrikt er niet voor terug om haar personages in benarde en treurige omstandigheden te laten verkeren – ze lijkt zelfs een zekere voorkeur te hebben voor wie ontheemd of benard is – maar ze vermeit zich niet in ellende.

 

De arme hardwerkende Andalusiërs uit De eikelvreters leiden een moeilijk leven. De jonge hoofdpersoon krijgt al vroeg verantwoordelijkheden te dragen die zwaar drukken. Voor hem bestaat het leven uit werken, werken en nog eens werken. En daarbij honger, altijd honger. Maar, en dat is Pelgroms kracht, hij blijft een gewoon kind. Hij heeft heimwee als hij van huis is, hij bedenkt slimme plannetjes om wat extra’s te verdienen, hij krijgt de slappe lach met een vriendje, hij is dol op zijn grootmoeder, hij snauwt tegen zijn broertje. Hij wordt niet door zijn harde leven tot duizelingwekkende nobelheid opgevoed, evenmin is hij een Oliver Twist om wie het zo heerlijk huilen is en hij vindt al helemaal geen rijke ouders aan het slot. Zijn verhaal is een echt verhaal. De eikelvreters is een van de vele boeken van Els Pelgrom die gaan over Wat Er In Het Leven Te Koop Is.


Hoe zij daarover denkt is treffend door haarzelf geïllustreerd in het boek dat zonder meer haar meesterwerk genoemd mag worden: Kleine Sofie en Lange Wapper. Doodzieke Sofie speelt een rol in het door haar poes op het toneel gebrachte stuk van wat er in het leven allemaal te koop is, en ze moet ontdekken dat er veel narigheid in het leven verkocht wordt. Op een jaarmarkt ziet ze precies hoe dat gaat. Een man laat er een weegschaal zien met aan de ene kant Voorspoed en Geluk, aan de andere kant Ellende. Als er wat uit de ene schaal genomen wordt, moet er ook wat uit de andere komen. Zo blijft de wereld in evenwicht. In Pelgroms boeken heerst dat evenwicht altijd, niet noodzakelijkerwijs voor de personages, maar wel voor de lezer.


Is Els Pelgrom dus een verstandige, vriendelijke schrijfster over het echte leven? Ja zeker. Maar dat is lang niet alles. Ze is ook een brutale schrijfster, die een lappen pop tegen een teddybeer laat zeggen: ‘Ik geloof dat ik het al zie: je zit tot aan je ballen in de blubber.’
Ze is een onmoralistische schrijfster, die weet dat kinderen wel eens in hun broek piesen, of een wind moeten laten als ze erg hard lachen of hun vrienden vergeten als ze het zelf naar hun zin hebben. Wie het hart op de juiste plaats heeft zitten, hoeft zich daarom wat haar betreft nog niet aldoor aangenaam te gedragen.


Ze is een gevoelige schrijfster, die de doodvermoeide Kleine Sofie zo ontroerend twee liedjes door elkaar laat haspelen dat zelfs een keiharde goser als Lange Wapper zijn ogen nat voelt worden. Het liedje van Sofie, waarbij het belangrijk is om te weten dat Ulledut en Roze Beertje twee lievelingspopjes zijn, gaat zo:

 

Heb medelij, heb medelij,
met mijn grote ledikant,
met mijn ijz’ren ledikant,
Ulledut gaat over de rand,
Roze Beertje, Roze Beertje,
als een matroosje in het want.

 

Maar bovenal is Els Pelgrom een dappere schrijfster, die verdriet niet uit de weg gaat maar het onder ogen ziet. Ze maakt het niet mooier, ze dikt het niet aan. Juist door die houding wordt het draaglijk. Verdragen is uiteindelijk natuurlijk het enige dat erop zit, maar het is wel iets dat men moet kunnen. Els Pelgrom kan dat in haar boeken. Kleine Sofie gaat zingend in een draaikolk ten onder, maar ze laat de lezers niet wanhopig achter. Ze kunnen haar laten gaan, omdat hun door Els Pelgrom een vitale berusting is bijgebracht.


Om al deze redenen vond de jury het overduidelijk: de Theo Thijssenprijs 1994 is voor Els Pelgrom.

 

In de jury zaten Wim Hofman, Nicolaas Matsier, Fetze Pijlman, Marjoleine de Vos (voorzitter) en Peter Vos. Aad Meinderts was ambtelijk secretaris.

Uitreiking

De feestelijke uitreiking vond plaats op 30 september 1994 in het Literatuurmuseum (toen nog Letterkundig museum).

 

Dankwoord

Het dankwoord van Els Pelgrom is afgedrukt in Theo Thijssen-prijs 1994 voor Els Pelgrom uitgegeven door de Stichting P.C. Hooft-prijs in samenwerking met Querido.

 

Credits portretfoto: Rob Bogaerts / Anefo / Nationaal Archief

Word vriend van het museum en maak nieuwe tentoonstellingen mogelijk! Help het museum