Zeb., dat eerder de Gouden Griffel ontving, voegt volgens de jury ‘een uniek absurdistisch geluid toe aan de Nederlandse jeugdliteratuur’. ‘Het heeft veel te bieden voor verschillende lezers, jong en oud. En dat is precies het kenmerk van kinderboeken die lang gelezen blijven worden.’ De elf verhalen in de bundel staan vol van ‘buitenissigheden, die de lezer worden opgediend als glasharde logica. (…) Die ontregeling is vrolijk, grappig en speels, maar daaronder schuilt een onheilspellend gevoel van vervreemding.’
‘De wereld zoals we die kennen is en blijft de norm,’ schrijft recensent Mirjam Noorduijn in het begeleidende essay bij de prijs, ‘maar door de logica van de werkelijkheid te tarten zet Samson die even meesterlijk als vakkundig op zijn kop.’ ‘Dat er na verschijning van Zeb. een sterrenregen op Samson (en op illustrator Joren Joshua) is neergedaald, is volstrekt terecht. Was er ooit eerder zo’n boek verschenen in de Nederlandse kinder- en jeugdboekenwereld? Zo literair, zo weldoordacht, zo gevat, zo dubbelzinnig, zo oprecht humoristisch, zo vervreemdend, zo absurd, en zo uniek?’ Nederland kent slechts een klein aantal auteurs dat zich aan het genre van nonsensliteratuur waagt, stelt Noorduijn. Toon Tellegen, Nicolaas Matsier en Annie M.G. Schmidt zijn daarvan uitstekende voorbeelden.