‘Alles wat je wilde weten over de evolutie zonder dat je wist dat je het wilde weten, of je nu een tiener bent of een gevorderde in het leven: dat is de ervaring die je hebt bij het lezen van Schuttens boek,’ schreef de jury. ‘Alsof we hier met een uitgave te maken hebben uit Darwins tijd, al zal men zich toen niet snel hebben afgevraagd hoe te overleven zonder kont.’
In Het raadsel van alles wat leeft (2013) deelt Jan Paul Schutten zijn kennis over het wonder van het leven en de evolutie. De jury prees de originele benadering: ‘Alleen al de inhoudsopgave is een feest op zich en dan moet het boek nog beginnen. Alle hoofdstuktitels en paragraaftitels, en dat zijn er nogal wat, zijn in de vraagvorm gesteld. Een stortvloed van vragen dus. Sommige van die vragen verraden dat we hier toch echt met een behoorlijk serieus onderwerp te maken hebben. Neem bijvoorbeeld “Hoe ontstaat een nieuwe soort?” Niet het type vraag waar kinderen mee komen, zo weten ouders onder ons, zoals wel met vragen als “Zal de zoon van Messi later ook goed kunnen voetballen?”, “Waar komen je ogen vandaan?”, “Waarom krijgen we kippenvel” of “Waarom komen mensen niet uit een ei?” Allemaal vragen die gelukkig ook worden beantwoord in het boek. Maar juist bij zo’n volwassen vraag als die naar het ontstaan van de soorten – eigenlijk een biologenvraag natuurlijk – demonstreert Schutten zijn originaliteit: hij zet de lezers aan het tekenen. Pas als de opdracht is voltooid mag er verder worden gelezen (én gekeken, want de illustratie van Floor Riedel in paragraaf werkt de tekenopdracht van de lezer als het ware verder uit).’