In Honderd uur nacht (2014) is Woltz ‘erin geslaagd een messcherpe, eigentijdse en psychologisch overtuigende jeugdroman af te leveren, die op subtiele wijze maatschappelijke en ethische kwesties aansnijdt zonder daarbij in moralisme te vervallen,’ schreef de jury.
Als de veertienjarige Emilia erachter komt dat haar vader, de directeur van haar eigen middelbare school, vunzige berichtjes heeft uitgewisseld met een beeldschone leerlinge, begint het te stormen in haar hoofd. In haar eentje reist ze naar New York, op de vlucht voor de schaamte en digitale pesterijen, en weg van haar ouders, die in één klap van hun voetstuk zijn gevallen. Als ze geland is blijkt het appartement dat ze gehuurd heeft niet te bestaan, en komt er een échte orkaan op de stad af. Op straat ontmoet ze de knappe high school dropout Jim, en samen vinden ze onderdak bij Seth en Abby. Alle vier moeten ze zonder ouders zien te overleven in een miljoenenstad zonder stroom en zonder verbinding met de buitenwereld. In de extreme omstandigheden ontstaat tussen de vier eenzame jongeren al snel een verbondenheid en samen weten ze te overleven in hun ‘orkaanasiel’.
‘Zo leeg en verlaten het New York is dat Honderd uur nacht beschrijft, zo rijk is dit jeugdboek dat niet zozeer over de feitelijke orkaan handelt, maar over de symbolische storm in het leven van vier kinderen die haar doorstaan,’ vond de jury. ‘De vaart van het verhaal en de identificatiemogelijkheden die de personages bieden, zijn voldoende ingrediënten om menig lezer (jong én oud) aan de pagina’s gekluisterd te houden. (…) Het levert een zinderende roman op – literatuur in het oog van de storm.’